Molen Griftsche Eekmolen / Griftsche Korenmolen, Vaassen

Vaassen, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Griftsche Eekmolen / Griftsche Korenmolen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen, oliemolen, kopermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Grift
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08139
oude dbnr.
V8139
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Vaassen
plaatsaanduiding
bij Sluis Nr. 3
beek
Grift
gemeente
Epe, Gelderland
streek
Veluwe
kadastrale aanduiding 1811-1832
Vaassen H (2) 394 & B (1) 111 F.C.T. Baron d'Isendoorn à Blois, kamerheer
geo positie
X: 196645, Y: 478970
N: 52.29713, O: 5.99770

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
aan elke zijde 1 rad
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1938 ontmanteld 1941 onttakeld
geschiedenis
In 1412 was deze molen een Geldershertogelijke koren- en oliemolen, gelegen bij het huis Rade of Raay en verpand aan Steven van Rade.
Op 14 april 1432 droegen Herman van Mekeren Gijsbertszoon en Jonkvrouw Mechteld de koren- en oliemolen van Rade over aan Johan van Boecholt, prior van het convent Sint Mariënborn.

In de 16e eeuw duikt de naam Steenbergen in de omgeving op. Reeds in 1559 had Meister Johan Styenborch de olde een molen onder Vaassen in pacht van de heren van de Cannenburgh en daar een koperbedrijf gevestigd. In 1569 kocht hij het molencomplex aan de Grift en stichtte op de linkeroever een kopermolen.

-----
Amsterdamse courant, 26 augustus 1688
Een plaisant Woonhuys, Hof, Bogaert schoone Water Vyvers en Visseryen , nevens de groote Koper Molen en Koorn Molen', te koop in de Velue tot Vasen, aen de Rivier de Grift gelegen, een uur gaens van ’t Princen Huys te Loo, en een quartier uurs van ’t Huys de Kanne Berg, zynde ook versien met schoon Hout gewas, 5 weyde Kampen, 3 groote Saey kampen, met schoon hegge Hout en buscagie, doende omtrent 1 500 , gulden jaerlyks; noch een stuk groen Land genaemt het Vossen broeck, groot omtrent 100 Mergen, langs de Revier de Grift gelegen, bequaam om Vogel koyen in te maken. Ymant daer gadinge in hebbende, adressere hem daer ter plaets aen Gerrit van Steenbergen , of tot Amsterdam aen Pieter Rotterdam, Boekverkoper op den Vygendam.
-----
Amsterdamse courant, 24 maart 1689
Een groote Koper en Koren-Molen te koop, gedegen op de Velue, aen de schone Rivier de Grift, by het Dorp Vasen,een quartier uur gaens van 't Huys den Kannenberg, en een uur gaens van 't Princen Huys op ’t Loo , daer by een plaisant Woonhuys , versien met verscheyde Kamers, Hof, Bogaert, Vyvers, schone Visserye en Ael-vangst, 3 Kampen Saey-land, groot 14 Mudde gesaey, 3 Bosschagien Ekenhout, en alleen 4 Weyde-kampen met schoon Hegge-hout omplant, doende jaerlyx omtrent 1500 guldens.
Nog een stuk Weyde en Hooy-land, omtrent 100 morgen, genaemt het Vossenbroek,

alles gelegen aen de voorsz. Rivier, daer mede de Molen omgedreven word. Men sal daer mede verkoop-dag houden op Woensdag na Paschen, den 3 April Oude of den 13 Nieuwe Styl 1689. in ’t Dorp Vasen , ten huyse van Johannes van Brussel, het lsy in 't geheel of by percelen ,na dat de Kopers best genegen zyn ; te bevragen by Pieter Rotterdam, Boekverkoper op den
Vygendam, tot Amfterdam.

-----
In 1706 verklaarde Rudolphus Knuijse, met toestemming van zijn vader Jacob, dat als hij de gehele molen in bezit zou hebben en hij of zijn erfgenamen deze wilden verkopen, de bezitters van de Cannenburgh het recht van voorkoop zouden hebben. In hetzelfde jaar kocht hij driekwart aandeel in de molens van Johan Henderik van Lindeveld voor ƒ 13.000 en in 1716 het resterende kwart van de vrouwe van de Cannenburgh, die dit zojuist van de weduwe van Dibbolt Meijer had gekocht voor een bedrag van ƒ 4750.
Rudolph overleed in 1747 kinderloos. Zijn weduwe verkocht de molens op 28 Juli 1753 aan de Cannenburgh voor ƒ 28.000. Waarschijnlijk is na de verkoop van 1753 een einde gekomen aan het koperbedrijf en werd het gebouw, dat op de westelijke oever lag, afgebroken.

De oude kopermolen lag links van de Grift, blijkens de kaart van 1727. De koren- en oliemolen rechts.

In het pachtboek van 1808-1868:
De provinciale opgave van bedrijven in Gelderland in 1816 vermeldt onder Vaassen, dat de oliemolen aldaar --dat moet de Griftse molen zijn-- kort voor 1816 was gebouwd. Het gebrek aan voldoende en regelmatige watertoevoer vormde een ernstige belemmering voor deze molen.
Van 1815 tot 1829 was Derk Oortwijn hier de molenaar, tegen 1/3 van de inkomsten van de olieslagerij mits betalende en onderhoudende den Olyslager en doende de nodige aantekeningen.

Op 16 februari 1830 bleek H. Koekoek uit Vaassen de opvolger van Derk Oortwijn. De harenmaker Cornelis Haremaker uit Koog aan de Zaan schreef op die dag aan Koekoek: Oortwijn blijkt geen olieslager meer en U is in zijn plaats. De brief ging over onbetaalde nota's voor het maken van voor- en naslagharen in de jaren 1828 en 1829, er stond nog ƒ 43,46 open. Haremaker dreigde in het vervolg misschien niet meer voor u te werken, indien er niet betaald werd.

Veiling bezittingen Isendoorn à Blois in 1871. Uit de verkoop van de Cannenburgher goederen in 1871 kocht G. R. Wagenaar de Griftse molen, toen een koren- en oliemolen.
W.A. Salm werd in 1919 eigenaar.

In 1930 kwam de molen bij veiling in bezit van Dirk Labberton en Dries van Vemde, terwijl Salm het waterrecht verkocht aan de gemeenten Apeldoorn en Epe, welke laatste in 1938 toestemming kregen het rad en de as weg te nemen. Het gebouw werd in 1941 onttakeld.

Bronnen:
- Vaassen Online/ Vaassens Weekblad.
- W. Terwel, De Vaassense Nijverheid en industrieën.
- Op Kracht van Stromend Water, H. Hagens.
- Ron Couwenhoven, 8 nov. 2011.
nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
Moleneigenaar Rudolphus Knuijse uit Epe woonde van 1725 tot 1746 op Warmoesstraat 5 te Amsterdam en markeerde zijn huis met de gevelsteen Kooper Moolen. Zie afb.2

In 1746 verhuisde hij naar het pand Keizersgracht 225 en liet daar ook zo'n gevelsteen aanbrengen. Zie afb.3

Knuijse overleed een jaar later.
Beide gevelstenen zijn nog aanwezig in Amsterdam.
Bron: Watermolens in Nederland, website Lida Goede.