Molen van Welt / Molen van Kooi, Stroobos/ Strobos

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1829

verdwenen

1937

1927 ontwiekt 1937 onttakeld, deels afgebroken

afkomstig van

Usquert ((pelmolen))

geschiedenis

Loevert Sikkes Welt, afkomstig uit Usquert, kocht in 1828 de aan de noordkant van de Oude Dijk te Wadwerd staande zeskante pelmolen van de familie Bosman. Hij brak hem daar af en bouwde hem weer op in Stroobos, aan de zuidzijde van het Hoendiep, 350 m ten oosten van de vroegere prov.grens, kadastraal gemeente Grootegast, sectie 1 nr. 509.

Welt had de grond waarop de molen stond, bij de bouw nog niet in eigendom, want in 1831 kocht hij de beklemming van een stuk grond van 44 reden te Stroobos, waarop al een behuizing en een pelmolen was gebouwd.

De molen was eerst uitsluitend ingericht als pelmolen met één pelsteen. Later werd de molen ook ingericht als korenmolen. Hij had een stenen tussen- en onderstuk van 25 voet (7,08 m) hoog en een met riet gedekte kap.

Op deze molen was Popke Drieuwes Kooi molenaarsknecht. In 1864 trouwde hij met de dochter van Loevert Sikkes Welt. Toen Loevert Sikkes in 1867 overleed, nam Popke Drieuwes het bedrijf van zijn schoonvader over.

In 1871 breidde hij dit bedrijf uit door de bouw van een pel- en korenmolen, later ook oliemolen te Stroobos (de voorganger van De Hooiberg, Tenbruggencatenummer 07444). Na het afbranden van molen de Hooiberg (Tenbruggencatenummer 03237 a) in 1897 had Kooi alleen nog de beschikking over de molen in het toen nog Groningse Stroobos. Hij richtte deze molen in als olieslagerij, later nog als stoomolieslagerij. Deze stoom-olieslagerij heette "Nooit Volmaakt". Deze olieslagerij kwam in handen van de firmanten Hermannus Berghuis en de vier kinderen van Popke Drieuwes Kooi. Later is ene Thomas Bosman nog voor korte tijd eigenaar geweest.

In 1927 werd de molen door molenmaker Th. Bremer uit Adorp ontwiekt. In 1937 werd de molen gedeeltelijk afgebroken.

Bronnen:
- De Utskoat nr. 76, artikel "Een grensgeval" door Willem Entrop.
- Informatie van Bob Poppen, 23 aug. 2008.