Molen Stevertse Watermolen, Steensel

Steensel, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Stevertse Watermolen
modeltype
Watermolen
functie
runmolen, korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
beek
Run (thans niet meer)
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02509
oude dbnr.
V6075
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02509 Stevertse Watermolen (Steensel)
Ansichtkaart, collectie Hans van der Wel

locatie

plaats
Steensel
plaatsaanduiding
Stevert 35, 5524 KB Steensel
beek
Run (thans niet meer)
gemeente
Eersel, Noord-Brabant
streek
De Kempen
kadastrale aanduiding 1811-1832
Duizel en Steensel B (2) 307 Willem van Grootel
geo positie
X: 153500, Y: 375405
N: 51.36783, O: 5.36566

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting
2 koppel stenen, maalinrichting is nog vrijwel aanwezig
gangwerk
hout/ijzer
wateras
rad
traditioneel
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
circa
verdwenen
deels afgebroken
geschiedenis
De eeuwenoude 'Stevertse Molen' ligt aan de weg van Steensel naar Riethoven in het gehucht Stevert op het riviertje de Run. De eerste mededeling over de molen is uit 1339-1340.
De molen zou oorspronkelijk enkele honderden meters stroomafwaarts hebben gestaan. Wanneer de molen op zijn huidige plaats werd opgericht, is niet bekend. In een document uit 1439 is sprake van twee molens op de Stevert. Hoe dit document geïnterpreteerd moet worden is nog niet duidelijk. In de bekende documenten is alleen sprake van een korenmolen in Stevert. De windmolen van Eersel en de watermolen van Stevert zijn lang in dezelfde hand gebleven.
In 1693 schreven Schepenen van Steensel een verklaring voor Evert Peters, molenaar op de watermolen op de Steevoort, dat hij iedere dag met paard en kar naar Boxtel, Waalwijk enz. ging om tarwe, rogge en boekweit te halen, omdat er in Steensel gebrek was aan voldoende graan. Schepenen verklaarden dat de door Evert Peters vervoerde granen uitsluitend bestemd waren ter leniging van de nooddruft van de inwoners van Steensel.
De in de draagconstructie van de molenstenen aanwezige inscriptie is ANNO 1745 (niet 1743). Het woord ‘ANNO’ doet vermoeden dat de molen in dat jaar gerenoveerd werd, maar documenten zijn daarover nog niet bekend, De molen die in 1702 door de Fransen en Spanjaarden geheel verwoest was, moet toch weer opgebouwd zijn, want zoals uit de tekst van R. Pellemans blijkt, werd deze in 1703 gekocht door Cornelis Dirckzn. Pellemans. In de daarop volgende jaren wordt de molen regelmatig vermeld.
In 1702 wordt de houten molen door Franse en Spaanse troepen grotendeels verwoest.
Mogelijk dat ook in 1743 een verbouwing heeft plaatsgevonden, getuige een inscriptie in de molen. Opmerkelijk is de overeenkomst in bouwwijze met de van Westerhoven.

Omstreeks 1810 vestigde Willem van Grootel (in 1780 geboren in Stratum) zich in de Gerardushoeve in Riethoven (naast het huidige benzinestation op de Hobbel te Riethoven). Later werd hij molenaar in Stevert. Zijn oudste zoon (Michael volgens de stamboom, hoewel W. van Grootel uit Eindhoven in 1991 consequent de naam Machiel noemt) zette het bedrijf voort. Deze deserteerde uit het leger omdat hij niet tegen zijn Belgische vrienden wilde vechten, en vluchtte om die reden naar Schulen (B), waar hij molenaar werd. (Dit betreft de molen die nu in het Openluchtmuseum Bokrijk staat). Het is niet duidelijk wie dan molenaar is in Stevert. Van 1854 tot 1898 was de jongste zoon van Willem, Johannes, molenaar van de Stevertse molen. Daarna nam diens zoon Michiel (geboren in 1858) de molen over. Alle broers van Michiel waren molenaar: Felix-Willem in Luyksgestel, Theodorus in Roermond, Johannes in Stratum en Ludovicus in Veldhoven. Zijn zuster Anna Maria huwde met molenaar Verhoeven van Keersop. Na Machiel werd diens zoon Jan (geboren in 1886) molenaar in Stevert vanaf 1923. Na hem werd zijn schoonzoon Hub Spoorenberg in 1963 eigenaar. In die tijd begonnen de gebroeders Coolen uit Wintelre met de productie van hondebrokken in de maalderij die in 1938 tegenover de molen was gebouwd. Het waterrad werd in 1878 vervangen door het huidige exemplaar.
In 1887 werd een stoommachine geleverd door de firma Smulders te Utrecht. Toen deze werd aangeschaft, hadden de boeren weerstand tegen het gebruik van deze aandrijving, omdat zij bang waren dat de rogge zou verbranden. In het jaar dat de stoommachine werd geplaatst, heerste er droogte zodat de machine zijn nut direct kon bewijzen.
In 1905 werd de stoommachine vervangen door een petroleummotor, die op zijn beurt in 1925 vervangen werd door een zuiggasmotor van 40 PK.

Een grote verandering kwam in 1928. In dat jaar werd houten molengebouw geheel vervangen door een stenen exemplaar. Een gevelsteen herrinnert nog aan deze gebeurtenis. In de jaren dertig was de molen al bij lage waterstanden met behulp van de motor in gebruik; in 1942 wordt gemeld dat niet meer met waterkracht werd gemalen. In de molen lagen toen twee koppel stenen, waarvan er nog één met elektrische hulpkracht werd aangedreven.

Het einde van de molen kwam in 1969. Men vond het nodig om het landschap te ontsieren door de natuurlijke bedding van de Run enkele tientallen meters te verleggen. De molen kwam op het droge te liggen. Helaas kwam van herstelplannen niets terecht. In 1989 werd door de huidige eigenaar een grote verbouwing gepleegd aan het molenhuis, waarbij dit grotendeels werd afgebroken en gewijzigd. Wel bleven het waterrad en het gaande werk gespaard.

Historie molenaarsgeslacht:

Op 15 januari 1703 koopt Cornelis Dirckzn. Pellemans Stevoirt-moliven van de erven Peters zijnde:
1) Lambert Derks gehuwd met 2)Catharina Peters, en kinderen; 3) Evert Peters en
4) Mathijs Peters. (bron Eersel, R52 folio 167)
Cornelis Pellemans is een van de leden van het tamelijk omvangrijke molenaarsgeslacht uit oost-Brabant. Hij is de kleinzoon van Jacob Mathijssen Pellemans die, net als zijn vader molenaar van Soerendonk was en als zodanig door zijn zoon Frans werd opgevolgd. Dirk (Theodorus) Pellemans, de vader van Cornelis is de broer van Frans. Frans is de vader van Ansem en Mathijs die ook molenaar waren, o.a. in Stockem in België.

Kort na de aankoop van de molen trouwt Cornelius Pellemans in december 1704 met Elisabeth Simon Vermeulen. (bron: DTB Riethoven, inv nr 34.3, folio 54).
Op 20-11-1714 wordt hij in Eersel, R54 folio 169 nog mulder te Stevoirt genoemd maar op 17-03-1724 is hij reeds overleden. In Eersel, nr R 55 folio 26 lezen we ‘Elis. Vermeulen weduwe Cornelis Dirckzn Pellemans te Riethoven met haeren zwager Francis Pellemans Stevoirt-moliven aan Andries Heuvelmans, mulder Keersop verpachte’.

Cornelius Pellemans en Elisabeth Vermeulen kregen blijkens Bergeijck, R 81 folio 90 dd 02-10-1734 ten minste drie kinderen, die in 1734 nog steeds eigenaar waren van de molen van Stevoirt. We lezen:

"Minnelijcke scheijdinge en Deijlinge, die bij ende mits desen sijn doende Petrus Pellemans, Johanna Pellemans, geassisteerd met Antoni Leenderts haeren man ende momboir, ende Elisabeth Pellemans, geassisteerd met Bartel Janssen Smits haeren man ende momboir, kinderen en erfgenamen van wijlen Cornelis Dirck Pellemans en Elisabeth Zimon Vermeulen, in hun leven echte luijden ende sulcx van erfgoederen gestaen ende gelegen tot Riethoven.
Eerstelijck heeft Petrus Pellemans verlaert niets ter werelt nu ofte namaels te pretenderen uijt hoofde van sijn ouders saliger uijt consideratie dat hij in sijne studie boven sijne susters soo sware considerabele penningen heeft gecost als allenlijck sijn portie reserverende in den watermolen op stevoirt.

Johanna Pellemans geassisteert met Antoni Leenderts haren man ende momboir is ten dele gevallen o.a. een huijs hof en aengelagh en een respectabele hoeveelheid grond los ende vrij behoudens dorpscommer, lasten en verpondingen en hieruijt sjaers te vergelden in verscheijde texten ontrent negen stuijvers aen den abt van st Jacob.

Elisabeth Pellemans geassisteert met Bartel Janssen Smits haeren man ende momboir is ten dele gevallen ...(verscheidene stukken grond)... los ende vrij behoudens dorpscommer, lasten en verpondingen.

Blijven weijders den molen op Stevoirt tussen voornoemde drie convidenten nogh onverdeelt. etc etc.
Actum desen tweeden october seventien vier en dertig.


Met de studie van Petrus wordt zijn opleiding tot priester bedoeld. Uit Bergeijk nr R81 folio 105 d.d 7 mei 1735 en uit "Bouwstoffen tot geschiedenis van Eindhoven" van J. Peijnenburg bewerkt door A Tops (5 mei 1961) en het kerkregister weten we dat Petrus Pellemans in 1735 kapelaan was van Hilvarenbeek en op 1 maart 1745 benoemd werd tot pastoor van Eindhoven, alwaar hij op 29 maart als dusdanig werd ingeleid. Bij het naderen van de Spaanse troepen in 1746 bracht hij de gewijde vaten van de St. Catharinakerk in veiligheid door ze naar 's-Gravenhage te laten brengen. Na de sluiting van de vrede van Aken op 20 november 1747 werd hij met andere notabelen op de feestvergadering der magistraat genodigd. In 1752 verkreeg hij de dekenale waardigheid; hij stierf echter reeds in het volgend jaar 1753.

Bron: R. Pellemans
Nico Jurgens.
nog waarneembaar
Molengebouw met restanten van waterrad.

aanvullingen

trivia
De molen is niet meer maalvaardig, is niet te bezichtigen, wordt thans bewoond door de familie Caers. Het geheel wordt thans beschouwd als restant, omdat de beek is verlegd en het rad geheel droog is komen te liggen.
-----

Bij het waterrad is een kleine vijver gemaakt, zodat het nog enigszins in oude staat te bewonderen is. De vijver heeft echter geen verbinding met de waterstroom langs het erf.
Het watermolengebouw heeft wat last van verzakking(en).
Stefan Boumans, 29 sept. 2013.