Molen Het Bosch / Het Bosch in het Anker / Het Anker / De Vriendschap, Weesp

Weesp, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Bosch / Het Bosch in het Anker / Het Anker / De Vriendschap
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06904 t
oude dbnr.
V5576
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 06904 t Het Bosch / Het Bosch in het Anker / Het Anker / De Vriendschap (Weesp)
Detail van onderstaande foto

locatie

plaats
Weesp
plaatsaanduiding
gemeente
Amsterdam, Noord-Holland
streek
Vechtstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Weesp B (2) 217 Jan Peelen & Comp.
geo positie
X: 131986, Y: 479617
N: 52.30404, O: 5.04979

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
In 1694 werd door vier windkorenmolenaars en brandewijnbranders bij de Domeinen en Rekenkamer van Holland het recht van de wind aangevraagd voor een te bouwen achtkante stellingkorenmolen.

Op 15 december 1694 werd voor de erfpachtsom van 12 pond de windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen buiten de stad Weesp verstrekt aan Claes Helmertsz. Valck, Jannetie Jacobs, weduwe van Willem Helmertsz. Valck, Jacob van Halmael en Bruining van Marcken, allen uit Weesp.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)

De molen kreeg de naam 'Het Bosch', een naam die rond 1810 uitgebreid werd tot 'Het Bosch in het Anker' waarna het in 1813 'Het Anker' werd.

De weduwe van Halmael verkocht in 1708 1/8 deel van de molen aan Albertus Ploos van Amstel. Na 1708 kwamen er huisjes bij de molen voor het personeel. In 1719 veilde de weduwe Halmael nogmaals een 1/4 van de molen (kennelijk was Halmael voor meer dan 1/4 eigenaar geweest). Koper voor 1207 gulden en 10 stuivers (inclusief kk) was burgemeester Cors Behouwerijs.

Uit de boedel van de failliete Hendrik van Bergen, korenbrandewijnbrander uit Weesp, werd in 1720 1/8 deel van de molen voor 515 gulden geveild aan Jurgen Heuvenaar, mede biedend namens de weduwe Eva Coopman-Veerman. Uit de boedel van de failliete weduwe Isabella Ploos van Amstel werd in 1726 haar deel van de molen voor 283 gulden en 10 stuivers geveild aan Willem de Wit. De minderjarige erfgenamen van Jurgen Heuvenaar verkochten in 1727 een 1/4 van de molen, molenhuis, werf en gereedschappen aan de mouters Claes en Jan Rietmayer voor 288 gulden en 15 stuivers.

In 1732 was de meesterknecht op de molen Pieter van der Sluis.

In 1742 verkochten Hendrik, Gerrit en Marie Coopman en de weduwe Elisabeth Rietmayer-Coopman 1/16 van de molen aan Gerrit Bellaar voor 346 gulden. Gerrit Visser, schepen, kocht in 1747 1/8 voor 500 gulden van de weduwe van Willem de Wit.

In 1749 waren er 6 eigenaars die gezamenlijk zeepziederijen, zoutketen, brouwerijen en korenmolens, waaronder Het Bosch bezaten. Dit waren de weduwe Kors Visser, de erven Claes Valck, de weduwe Floris Claassen, de weduwe Benjamin Coopman, Gerrit Visser en Gerrit Bellaar. De molen werd bemalen door knechts die woonden in de huisjes bij de molen.

Gerrit Bellaar kocht in 1755 een 1/4 voor 800 gulden en van Gerrit Visser in 1757 een 1/8 voor 500 gulden. Hij bezat daarmee 7/16. In 1780 kocht zijn weduwe Alida Bellaar-Visser nog 1/4 voor 500 gulden van het echtpaar Jan en Catharina Kuitenbrouwer-Gregory. Kennelijk verwierf zij op enige moment ook de rest, want in 1783 werd de hele molen eigendom van hun zoon Jan. In 1783 kochten Gerrit Rittenberg en Hendrik Schimmel de helft van de molen van Jan Bellaar. In 1789 kochten ze de andere helft.

In 1810 verkreeg Jan Schimmel Hendriksz. 1/4 en 1/6. In 1813 bezat hij 7/12 van de molen en kocht hij voor 333 gulden en 6 stuivers de rest van zijn vader Hendrik Schimmel en de erfgenaam van Rittenberg. Johannis Kramps was op dat moment de molenaar en Hendrik Stork de meesterknecht.

Op 1 augustus 1816 kwam Jan Schimmel Hendriksz. met de vier eigenaars van de elders in Weesp staande molen De Vriendschap dbnr. 433 overeen hun bezittingen te ruilen. Schimmel betaalde de vier (moutmolenaar Maas du Four, wijnkoopman Jan Peelen, metselaar Abraham Schreuder en timmerman Cornelis Bellaar Reinink) 1000 gulden op de ruil toe. De molens bleven staan maar de namen ruilden mee hetgeen tot gevolg had dat 'Het Anker' in 1816 werd omgedoopt in 'De Vriendschap'.

In 1824 erfde loodgieter Adriaan de Haan het deel van Maas du Four. Naast De Vriendschap bezat het viertal ook de Weesper moutmolen De Hoop dbnr. 4330.

Tussen de jaren 1831 en 1840 werd naast de molen een houten gebouw opgetrokken dat was ingericht tot rosmolen, uitgerust met twee paar stenen en naar alle waarschijnlijkheid bedoeld om in windstille tijden de productie gaande te kunnen houden. In 1860 kocht W. van den Akker, sedert 1856 molenaar op molen De Haan, eveneens te Weesp, molen De Vriendschap met daarbij behorende rosmolen, wagenhuis, paardenstalling, knechtswoningen, erven en tuin.

Op 23 september 1899 brandde De Vriendschap, als gevolg van blikseminslag, tot op de grond toe af. Op de fundering van de verbrande molen werd in 1900 de uit Amsterdam afkomstige molen De Eendracht herbouwd. De naam werd wel weer De Vriendschap.

Bronnen:
- "Weesper Molens. Weesp, Wind, Wieken, Werk", Geeske S. Koeman-Poel, 1982
- Nederlandse Molendatabase.

aanvullingen

trivia
In het verpondingsregister van Bloemendaal en Hollands Ankeveen staat de molen vermeld: "ƒ 11:8:12 de mole 'het bosch' eijgenaars d'erven van Claas Valk, de wed. Benjamin Coopman, Floris Claasz. en Wilson (?) de Witt ƒ 200."
-----

Schuitemakers Purmerender Courant, 27 sept. 1899:
"Bij een hevig onweder, dat boven Weesp woedde, sloeg de bliksem in den korenmolen van de Wed. v.d. A., die tot den grond afbrandde."