Molen Buskruitmolen, Leiden

Leiden, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Buskruitmolen
modeltype
rosmolen
functie
kruitmolen
bouwjaar
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12789
oude dbnr.
V5261
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 12789 Buskruitmolen (Leiden)
Foto: J.W.M. de Boer, opname 23 januari 2004

locatie

plaats
Leiden
plaatsaanduiding
thans naast molen De Valk
gemeente
Leiden, Zuid-Holland
streek
Leiden
geo positie
X: 93367, Y: 464457
N: 52.16483, O: 4.48638

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Deze buskruit-kollergang heeft jarenlang in het Leger- en Wapenmuseum te Leiden gestaan. Waar de kollergang oorspronkelijk heeft gestaan is nog niet achterhaald.

juni 2020,

De kollergang is verdwenen, na de herindeling van het plein rondom molen De Valk.
Waar hij is gebleven is nog niet bekend, mogelijk zijn de stenen nu los voor de molen geplaatst.
de redactie.


Buskruitmolens stonden vanwege het gevaar voor ontploffing en branden ver buiten de steden. Ook mochten de diverse gebouwen niet dicht op elkaar staan. Een complex bestond meestal uit vier rosmolens, stallen voor de paarden, een kruittoren, een smederij en timmerplaats, een of twee stoven, een menghal een korrelhuis en enkele arbeiderswoningen.
Na het zuiveren van de grondstoffen salpeter, houtskool en zwavel, werden deze door rosmolens fijngemalen.
In Leiden bevond zich nog een buskruit-kollergang die jarenlang in het Leger- en Wapenmuseum heeft gestaan.
Bij de verhuizing van dit museum naar Delft wilde men de kollergang kwijt en is hij toen naast molen "de Valk" (molenmuseum) geplaatst De Kollergang was gelijk aan die van een oliemolen hoewel de kantstenen iets kleiner waren. Aan weerskanten van de houten spil draaiden de kantstenen over een ligger. Een overbrenging was niet nodig omdat het paard om de kollergang liep.
Waar de drie stangen (twee vanaf elk uiteinde van de as en een van de spil) bij elkaar kwamen kon het paard ingespannen worden. Bij het fijnmalen kon het voorkomen dat de kantsteen de ligger raakte en dan vuur sloeg. Een dergelijk brandje noemde men "panslag", omdat de pannen van de rosmolen naar beneden kwamen. Na het fijnmalen ging het mengsel naar de menghal en vervolgens naar het korrelhuis waar het werd gegranuleerd. Tenslotte werden de natte korrels in een stoof (drooginrichting (zie ook ros-verfmolens). Zo'n stoof bestond uit twee vertrekken: het voorvertrek en de grote droogruimte. Het kruit werd in grote grenen bakken met elk 194 pond kruit aan de muur gehangen. Gedurende 8 a 10 dagen werd de kachel met kolen gestookt. In het kleinere voorvertrek werd het gedroogde kruit in vaten verpakt en in de kruittoren opgeslagen.
nog waarneembaar
overgebleven kollergang, thans geplaatst naast molen De Valk

aanvullingen

trivia
De wederopbouw van de Koller-molen is indertijd gedaan door mijn opa Johannes Verhoog (Jan Verhoog).
Al het materiaal en alle delen die hier voor gebruikt zijn, heeft hij met een aantal mensen verzameld vanuit het hele land en gerestaureerd, zodat de molen in zo origineel mogelijk staat zou gebouwd worden.
Dit hele project heeft hij eerst in het miniatuur 1 op 1 gemaakt zoals die uiteindelijk ook is geworden.

De originele koller-molen zou in het leger museum komen (tot grote spijt van mijn opa).
Informatie van Stefan pelt , 25 oktober 2020