Molen De Oude Haas / De Haas, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Oude Haas / De Haas
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van De Oude Haas / De Haas via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
06674 m
oude dbnr.
V5030
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Aan en bezuiden de Sluissloot, aan het einde van het Hazepad.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 359 Arie de Bruin
geo positie
X: 115531, Y: 498842
N: 52.47589, O: 4.80628

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
De Oude Haas werd gebouwd in het jaar 1634 en behoorde dus tot de oudere molens in de Zaanstreek. Voor de bouw van de molen werd gebruik gemaakt van een achtkant dat afkomstig was van het naburige Wormerveer, wat de molen dus nog ouder maakte.
Wanneer de molen in Wormerveer werd gebouwd is niet bekend. De molen, die toen naamloos was, stond al voor 1620 op een erf in de Dubbele Buurt in Wormerveer. Eigenaar van de molen was Pieter Jacobsz., later werkte zijn zoon Jan Pietersz. met de molen. Kort voor 1633 overleed Jan Pietersz., waarna zijn vader de molen op 9 september 1633 verkocht aan de Zaandijker Gerrit Pietersz. c.s. voor Fl.1400,-. Met de koop verplichtte Pietersz. zich om de molen binnen korte tijd af te breken en met schuur en al te verplaatsten.
Op 6 april 1634 had deze Gerrit Pietersz. van der Ley, samen met zijn broer Adriaan Pietersz. een erf gekocht van Jacob Ysbrantsz. aan de westkant van het Hazepad. Op dit erf lieten zij de molen plaatsen, die daarna de naam “de Haas” of “de Oude Haas” kreeg.
De familie van der Ley was een vooruitstrevende familie op Zaandijk. Allen waren zij kooplui, maar ook stonden zij aan de bakermat van diverse industrieën in de Zaanstreek. Zo richtte Pieter Jansz. van der Leij, de vader van beide broers, in 1600 een oliemolen op in Zaandijk, één der eerste in de streek. Deze molen werd in 1605 tot papiermolen verbouwd, eveneens de eerste in de streek. In 1601 stichtte van der Leij een molen voor het breken van brazielhout, de eerste verfmolen in de Zaanstreek. Kortom een groot aantal industrieën beginnen bij de Van der Ley’s. In 1656 zijn beide broers van der Ley betrokken bij de oprichting van de nog bestaande Zaandijker meelmolen “de Dood”. Verder werkten zij met diverse oliemolens en papiermolens in Zaandijk en omstreken.
De familie van der Ley blijft lang werken met de Haas. Later komen een aantal parten van de molen in handen van Adriaan Pietersz. zoon, Cornelis Adriaansz. van der Ley. Op 21 mei 1663 laat deze Van der Ley de Oude Haas tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Naast de Oude Haas, was Cornelis van der Ley ook olieslager met de Wormerveerder oliemolen “de Kikkert”. Kort voor het overlijden van Adriaan Pietersz. werden er op 28 december 1673, 3/8 parten in de Oude Haas verkocht, naast de molen bestreken deze parten ook het woonhuis dat bij de molen hoorde. De Oude Haas was schijnbaar een goede productiemolen, want het aandeel in de molen leverde Fl.2225,- op, wat een aanzienlijk bedrag was in die tijd.
Cornelis Adriaansz. van der Ley stierf in 1708, of hij toen de molen nog bezat is niet duidelijk.
Op 27 juni 1727 werd te Zaandam de collectieve brandverzekering het olieslagerscontract opgericht. Aanvankelijk was deze verzekering alleen bedoeld voor de handelswaar die in de molens lag opgeslagen. De lading van de Oude Haas werd op naam van Arent Breet opgenomen bij het OC. Naast de Oude Haas liet Breet ook de oliemolens “de Dood” te Oostzaandam en “de Pauw” te Nauerna verzekeren. Ook bekleedde Breet de functie van gecommitteerde bij het OC, een bestuursfunctie.
Vanaf 1 juli 1733 konden ook de opstallen van de molens worden verzekerd bij het OC, ook ditmaal liet Breet zijn molens verzekeren. Uit het bedrag dat Breet zou moeten betalen aan een gedupeerde collega, valt op te maken dat de Oude Haas een dubbel oliewerk bezat. Arent Breet zou tot zijn overlijden in 1750 blijven werken met de Haas, een jaar later verkochten zijn erven de molen aan Jan Jansz. Stokvis. Na deze verkoop kende de Oude Haas meerdere eigenaren.
In de Franse tijd komt de molen in handen van Claas Neven Molsz. Naast de Oude Haas is deze man ook de gaandehouder van de oliemolens “de Kikkert”, “de Hoop” en “de Zon”, respectievelijk gelegen in Wormerveer, Wormer en Oostzaandam. Hoe de resterende geschiedenis van de Oude Haas eruit ziet blijft onduidelijk.
Omstreeks 1847 kwam de molen door onbekende redenen definitief tot stilstand. Op 31 augustus van dat jaar werd de lading van de molen uit de brandverzekering geschreven, wat inhield dat de molen dus leeg was. Op 18 april 1848 werd ook de molen zelf uit het olieslagerscontract geschreven.
Wat er nu precies met de molen is gebeurd is niet 100% duidelijk. In ieder geval is de Oude Haas in 1848 door sloop verdwenen van Zaandijk. Het vermoeden bestaat dat het achtkant van de molen na de afbraak is verplaatst naar Bovenkarspel (N.H.) om daar als meelmolen dienst te doen. Aldaar heeft de molen een tijd lang “de Haas” geheten, totdat deze naam in 1908 werd veranderd in “de Ceres”. Tot op heden is de molen hier nog aanwezig. Een andere Zaanse kandidaat die in aanmerking kwam voor de Bovenkarspelse molen was de Westzaner blauwselmolen “de Blauwe Hengst”. Ook deze molen werd in 1848 gesloopt, maar vervangen door de uit Assendelft afkomstige papiermolen “het Welvaren”. Mogelijk was de oude blauwselmolen te klein geworden of was de molen in een slechte conditie gaan verkeren, zodat er een nieuwe molen nodig was.
Persoonlijk denk ik dat de Oude Haas is verplaatst naar Bovenkarspel. De oorspronkelijk naam van de molen doet wel in deze richting wijzen. Verder is het achtkant van de Ceres nogal breed uitgevallen, een kenmerk van de wat oudere molens. Zaanse kenmerken zoals middelbalk en stutvang zijn aanwezig in de molen, ik ben nieuwsgierig of er in het gebint van de molen kepen zitten die op een oliemolen verleden duiden.

De molenschuur van de Oude Haas bleef bestaan en werd ingericht als woonhuis en boerderij. Op de fundering van de oude oliemolen verrees in 1880 een hooiklamp, die later weer is gesloopt. In de loop der jaren is de houten weeg van de schuur voorzien van een stenen gevel, welke tot op heden nog aanwezig is. Binnen de schuur bevinden zich nog steeds enkele houten spanten van de molenschuur. De oliebakken, die zijn afgeslagen bij het maaiveld, dienen als water put.

Het Hazepad, een der oudste paden in Zaandijk, is genoemd naar de molen, de padstructuur is deels nog aanwezig.

Willem Buys meldt nog de volgende gegevens over de molen:”Haas. Oliemolen Zaandijk, Hazenpad. Eigenaar Arend Breet, later J.Hondius. Deze molen had berging voor 4400 vat olie, 120 last zaad en 60000 koeken. Gesloopt in 1848.”

Bronnen:
“de Zaende” 1e jaargang 1946 blz. 53-58
“de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 259
“de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 98-104
“de Zaende” 6e jaargang 1951 blz. 97-113
“Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.165
“Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
“250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 23-24
“Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 50
“Dat goede oude Zaandijk” G. Oosterbaan 1971 blz. 40/ 99/ 111
“De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 50
informatie F. Rol

aanvullingen

trivia
Standplaats te Zaandijk aan en bezuiden de Sluissloot, aan het einde van het Hazepad, ten oosten van de oliemolen “de Zwarte Ruiter”.
-----

In januari en februari 2005 werd een begin gemaakt met de sloop van het woonhuis en de boerderij waarin zich nog restanten bevonden van de oude molenschuur. Op de plaats hiervan zal vermoedelijk een pseudo-Zaans huis worden gebouwd of een botenloods.