Molen De Heining, Oostzaan

Oostzaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Heining
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
snuifmolen, loodwitmolen, poedermolen, mosterdmolen, oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01107 m
oude dbnr.
V4750
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Oostzaan
plaatsaanduiding
ten westen van het dorp, tussen de Zuidervaldeursloot en de Kerksloot
gemeente
Oostzaan, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Oostzanen D (3) 850 Klaas Brat, fabrikeur
geo positie
X: 119701, Y: 495835
N: 52.44915, O: 4.86797

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De Heining werd gebouwd als snuifmolen in het jaar 1762. Voor de molen, die niet groot van bouw was, ontving Jacob van Heijningen, op 1 mei van eerdergenoemd jaar, de windbrief. Van Heijningen gaf zijn naam aan de molen, die vermoedelijk eerst “de molen van Van Heijningen” heette, wat later werd ingekort tot “de Heining”.
Na aanvankelijk alleen als snuifmolen in bedrijf te zijn geweest, krijgt de molen later, naast het aanwezige binnenwerk, vermoedelijk ook één of twee koppel kantstenen met bijbehorende buulkisten. Vanaf dan wordt er ook de verfstof loodwit en pruikenpoeder gemalen.
Pruikenpoeder werd gemaakt door het vermalen van blokken stijfsel onder kantstenen. Het verkregen poeder werd gebuuld en daarna verkocht. Met het verdwijnen van de pruiken omstreeks de Franse tijd is ook deze typische tak van molen industrie verdwenen.
De verfstof loodwit werd verkregen door het vermalen van geoxideerd lood. Loodwit is scheikundig gezien loodcarbonaat. Het werd verkregen door een rol bladlood in azijndamp te laten oxideren in een aardewerken potje d.m.v. broei. In een soort droogschuur werden deze potten gevuld met lood en azijn bij velen opgestapeld en daarna afgedekt met een laag paardenmest wat voor de broei zorgde. Binnenin zo'n stapel kon de temperatuur oplopen tot zo'n 30 graden Celcius. Na een aantal weken was het merendeel van het lood omgezet in loodcarbonaat, de inhoud van de potjes werd geleegd op een tafel, waarna de verteerde rollen werden fijngestampt door mankracht, hierdoor vielen de rollen uiteen en werden de niet verteerde stukjes lood eruit gevist, welke weer opnieuw het proces van oxidatie ingingen.
Het loodwitbedrijf van de Heining was gezien de grootte van de molen van bescheiden aard.
Op 9 september 1802 werd het volgende geveild:”een capitaale, hechte loodwit-, poeyer- en snuifmolen, genaamd de Heining c.a., staande in de Kathoeke, te Oostzaan.” De molen werd gekocht door Jacob Rek voor een bedrag van Fl.1255,-. Tien jaar later, op 28 maart 1812, komt de Heining in handen van IJtje Claas Klut, de weduwe van Hendrik Brat. Zij betaalt voor de molen het kleine bedrag van Fl.600,-. De molen stond toen te boek als poedermolen.
De Oostzaner Hendrik Brat had erg veel belangen in de stijfselmakerijen in Oostzaan en na zijn overlijden in 1806 zette zijn weduwe de zaken voort. Nadat zij in 1812 de Heining had gekocht, breidde zij het molenbezit in 1816 uit met de in Oostzaandam staande oliemolen “de Koning William”. Verder worden in de loop der jaren nog enkele stijfselhuizen gekocht. De weduwe Brat wordt later in zaken bijgestaan door haar drie zonen.
In 1828 overlijdt IJtje Brat en worden de bezittingen verdeeld. Klaas Brat, de middelste zoon, kreeg de Heining toegewezen die dan wordt omschreven als mosterdmolen. Weer een functie die met deze molen werd uitgeoefend. In geen enkele andere Zaanse molen zijn zoveel verschillende functies gebezigd, als in de Heining. Naast de molen kreeg Klaas Brat ook het stijfselhuis “de Anjer” onder zijn hoede.
Kort nadat Brat de Heining kreeg, laat hij de molen verbouwen tot oliemolen.
In 1851 overleed Brat, zijn zaken werden toen voortgezet door zijn twee zonen Klaas en Hendrik Brat, die gezamenlijk de firma K. & H. Brat stichtten. In 1857 kochten beide broers het stijfselhuis “de Hoop” of “de Vier Elementen”. In 1866 wordt er een tweede molen aan hun bezit toegevoegd, nl. de Oostzaandammer oliemolen “de Brijpot”. Later worden de zaken verder uitgebreid met de Oostzaandammer oliemolens “de Jager”, “de Kogmeeuw” en “de Sint Willebrordus”.
In 1876 gaan de beide broers, firmanten hun eigen weg en wordt de firma K. en H. Brat ontbonden. De Brijpot werd toen toebedeeld aan Klaas Brat, samen met “de Heining” en “de Sint Willibrordus”, verder kreeg hij nog een pakhuis en de stijfselschuur “de Hoop”.
In 1881 verhuist Klaas Brat van Oostzaan naar Oostzaandam. Na de verhuizing stoot hij zijn Oostzaner bezittingen af. Zowel “de Heining” en als het stijfselhuis “de Hoop” werden verkocht aan de Oostzaner veehouder Gerrit de Ridder. Deze hield de Heining tot omstreeks 1890 in bedrijf als oliemolen, daarna werd er nog slechts veevoeder met de molen geproduceerd. De laatste jaren van zijn bestaan maalde de molen maar weinig en in 1898 werd de molen voor sloop verkocht en afgebroken. Zijn erf is tot op heden leeg gebleven.
(meer info op www.duizendzaansemolens.nl )


Bronnen:
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 121
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.238
- “de Windbrief” 9e jaargang 1980 nr.34 artikel T. Neuhaus over de familie Brat (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
- “de Windbrief” 10e jaargang 1981 nr.35 artikel T. Neuhaus over de familie Brat (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
- “de Windbrief” 11e jaargang 1982 nr.38 artikel T. Neuhaus over de familie Brat (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Snuifmolen, later loodwitmolen, snuifmolen en poedermolen (gecombineerd), mosterdmolen en ten slotte oliemolen "de Heining", achtkante bovenkruier met schuur, te Oostzaan ten westen van het dorp gelegen op een stuk land tussen de Zuidervaldeursloot en de Kerksloot. Bouwjaar 1762, gesloopt in 1898.