Molen De Zwaan, Purmerend

Purmerend, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Zwaan
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03906 c
oude dbnr.
V4683
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03906 c De Zwaan (Purmerend)
Fragment: tekening Balthasar Florisz. van Berckenrode (1644)

locatie

plaats
Purmerend
plaatsaanduiding
in de Lange Weeren, de latere Hazepolder
gemeente
Purmerend, Noord-Holland
streek
Waterland
geo positie
X: 124409, Y: 502733
N: 52.51142, O: 4.93659

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Wanneer deze molen is gebouwd blijft nog onduidelijk. Mogelijk betreft het hier gezien de bouw van de molen, een voormalige Beemster watermolen.

In de Amsterdamsche Courant van 9 januari 1720 stond: "Op saturdag den 13 january ’s avonds ten 6 uuren zal men tot Sardam in den Otter verkopen, een wel ter neering staende dubbelde olymoolen, genaemt de Swaen, staende tot en bewesten Purmerent aen den Beemsterringsloot, met zijn erf, schuur, huyzinge, olybakken en verdere gereedschappen, gelijk als bij de gegadingde kan gezien werden."

De Zwaan werd toen hoogst waarschijnlijk gekocht door een Zaandammer, die het achtkant liet afbreken en herbouwen op het schiereiland “de Hemmes” in Oostzaandam. Daar kreeg de molen de naam “de Oude Zwan” (=Oude Zwaan). In de verzekeringsboeken wordt de molen nog een poosje “de Swaen” van Purmerent genoemd.

De molen bleef in Zaandam tot 1936 in bedrijf, in dat jaar werd hij, na te zijn beschadigd door blikseminslag, onttakeld. De romp van de molen is in 1945 gesloopt.

Bron ondermeer: “de Zaende” 6e jaargang 1951 blz. 343.
F. Rol.

aanvullingen

trivia
Oliemolen “de Zwaan”, achtkante bovenkruier met schuur, te Purmerend aan de Beemsterringvaart ten westen van de stad. Bouwjaar onbekend, in 1721 afgebroken.
-----

In het Alkmaars Dagblad van 29 maart 1996 wordt vermeld:
De molen was eigendom was van Pieter van der Leij. Deze Pieter, geboren in 1622 in Zaandijk, moet zich rond 1650 als zeepzieder in Purmerend gevestigd hebben en wordt wel de stamvader van de Waterlandse tak genoemd. Leden van deze familie vestigden zich in Purmerend en Edam en verbonden zich via huwelijken met de lokale elite. Zowel in Purmerend op de Weerwal als in Edam aan de Voorhaven stichtte de ondernemende familie een zeepfabriek. De combinatie olieslager en zeepzieder was trouwens niet uitzonderlijk: de oliemolens leverden immers de grondstoffen voor de zeepziederij.
In 1720 verdween de molen uit het bezit van de familie; voor ƒ 1275 werd hij verkocht aan Jan Groot uit 't Kalf.
In 1721 verdween de molen definitief uit Purmerend. Oliemolen De Zwaan werd via vijzels op vlotten gebracht en vervoerd naar het Oostzanerveld.
-----

Een artikel van historicus Jack Otsen in de Nieuwe Noordhollandsche Courant van 30 maart 1996 bevat praktisch dezelfde tekst, en tevens de aanvullingen:
Deze enige oliemolen van Purmerend moet kort na de drooglegging van de Beemster zijn gebouwd. Hij zal waarschijnlijk hebben gediend om in de plaatselijke behoefte en die van het omliggende platteland te voorzien. Rond 1700 kwam de molen in bezit van Pieter van der Leij.
In 1731 [foutje] verdween de molen definitief uit Purmerend.
Onbekend zijn de motieven om de molen uit het familiebezit te stoten. Misschien viel de exploitatie te zwaar. De concurrentie was groot: in het jaar van de ontmanteling van De Zwaan stonden in de Zaanstreek 140 van deze industriemolens te draaien. Kostbare investeringen waren ook gemoeid bij het invoeren van de grondstoffen. De Beemster kleigrond werd allengs meer geschikt geacht voor hooi- en weiland dan voor bouwland. De aanvoer van oliehoudende zaden moest gebeuren uit de Oostzeelanden.