Molen Pletsmolen / Platsmolen, Nuth

Nuth, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Pletsmolen / Platsmolen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
beek
Platsbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03930
oude dbnr.
V452
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03930 Pletsmolen / Platsmolen (Nuth)
Foto: Pierre Vossen, opname 9 november 2003

locatie

plaats
Nuth
plaatsaanduiding
beek
Platsbeek
gemeente
Beekdaelen, Limburg
streek
Zuid-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Nuth A (1) 564 De Kinderen Pieter Lekens, rentenier
geo positie
X: 189799, Y: 325601
N: 50.91910, O: 5.88206

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting
N.v.t., woonhuis
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De watermolen van Nuth de Plats- of Pletsmolen genaamd lag aan het Moleneiland dichtbij de kom aan de westzijde van het dorp tegenwoordig de Molenweg genoemd. Hij behoorde tot de heerlijkheid Nuth en het kasteel Reymersbeek. De laatste Heer daarvan was Karel Theodoor, baron van Eynatten. Hij verkocht de Platsmolen aan Paul Lambert Lekens, licenciaat in de rechten en oud-schepen der stad Maastricht. Na zijn overlijden in 1812 ging de nalatenschap over op zijn zoon Paul Auguste Jacques Lekens, die gehuwd was met Henriette Enestine Josephine de Montagne.
In 1823 verpachtte de in Maastricht wonende weduwe H. Lekens-de Montagne de watermolen aan de korenmolenaar Gilles Loneux.
Loneux betrok de molen, maar verliet hem weer kort daarna, waardoor het tot een proces kwam. In de loop van de gerechtelijke procedure gaf Loneux de watermolen met de daarbij behorende landerijen in beheer aan de landbouwer Simon Hermans uit Nuth tegen een vergoeding van de helft van de molster en het genot van het akkerloon.
In 1824 werd Hermans beboet voor een overtreding van de wet op het gemaal. Loneux werd veroordeeld tot het betalen van de pacht en het weer betrekken van de watermolen.

Het echtpaar Lekens-de Montagne had één kind, Pauline genaamd of Marie Louise Pauline Josephine Auguste. Zij was gehuwd met jhr. Alphons Hilaire Joseph Hubert Michiels van Kessenich. Zij verkocht de Platsmolen met huis en stal in 1876 aan Peter Jozef Maas, molenaar en houtverkoper in Nuth en gehuwd met Maria Catharina Vaessen. Zeven jaar later verkocht Maas de molen aan Johann Gerhard Krings, molenaar in Süsterseel in de Selfkant (D.), die later ook eigenaar van de windmolen in Nuth werd.
Als molenaar op de Platsmolen werd hij opgevolgd door zijn zonen Franz Joseph en Johann Joseph. In 1926 werden de water- en de windmolen van de erven Krings openbaar verkocht. De hoogst biedende en nieuwe eigenaar van de watermolen werd Joseph of Jan Joseph Hubertus Grooten, landbouwer in Kerkrade-Oud Ehrenstein en gehuwd met Antoinette Huntjens.Hij was een neef van de Gebroeders Grooten van de Brugmolen in Kerkrade.
Joseph Grooten overleed in 1942, waarna het maalbedrijf door zijn zonen Jan Pieter, molenaar in Wijnandsrade: Jan Pieter Hubertus, landbouwer en Hubertus Leonardus Grooten, molenaar in Nuth, werd overgenomen.

De watermolen lag op de Platsbeek. die tussen Schimmert en Wijnandsrade haar oorsprong heeft en ten oosten van Nuth in de Geleenbeek stroomt. Het is een kleine, snel stromende beek, die tot bij Nuth in een fraai beekdal ligt. De Platsmolen was in zijn tijd een echte dorpswatermolen, die aangedreven werd door een bovenslagrad. Oorspronkelijk had het rad kleine afmetingen. Bij de opname en de peilvaststelling in 1854 bedroeg de middellijn 3,30 m en de breedte 0,70 rn. De beek splitste zich ongeveer 50 m boven de molen in een afslagtak, waarin een sluis was opgenomen, en een molentak, die met een grote bocht in de vergaarvijver uitkwam, gelegen aan de achterzijde van het molengebouw.
Krings bracht in de jaren 1884-1888 enige ingrijpende veranderingen aan. De molen werd vergroot, aan de rechterzijde kwam tegen de molen een woonhuis en aan de achterzijde werden stallen gebouwd. In 1906 kreeg Krings toestemming de loop van de molentak recht te trekken, waardoor de bocht werd afgesneden. Tevens kreeg hij toestemming om het toenmalige houten bovenslagrad met een middellijn van 3,53 m en een breedte van 1,00 m dat na 1883 was aangebracht, te vervangen door een ijzeren bovenslagrad met een middellijn van 4,90 m en een breedte van 1,50 m. Blijkbaar was het verval groot genoeg om de middellijn met 1,40 m te vergroten. Het water werd over een 7,5 m lange kanjel, voorzien van een maalschuif, van de vergaarvijver naar het waterrad gevoerd. Het waterrad is sinds de verbouwing van de molen in de jaren tachtig van de 19e eeuw steeds ingebouwd geweest. Tegen de binnenmuur langs het waterrad stond de houten steenbedding, waaronder zich een ijzeren gangwerk bevond en waarop drie koppel stenen lagen: twee koppel langs de zijgevel, het derde koppel langs de voorgevel. Verder werden een haverpletter en een karnton door waterkracht aangedreven.
Aan de linkerzijde van het molenerf staat nog een motormaalderij, waarin vroeger een elektrisch aangedreven maalstoel stond. In de jaren vijftig werd deze vervangen door een hamermolen, (fabrikaat Van Aarsen te Panheel) en een tweede mengketel. De hamermolen is voorzien van een mechanische automatische belastingregeling, de eerste in zijn soort. Hiervoor werd gebruik gemaakt van de kantelende beweging die het koppel van de aandrijfmotor ontwikkeld. Voor de motormaalderij en langs het erf is de beek overkluisd. In de jaren 1955 en 1961 werd het bedrijf verder uitgebreid met magazijnen voor de handel in voer voor vee en kleine huisdieren, kunstmest en tuinbenodigdheden.

Het gebruik van waterkracht werd bemoeilijkt toen de gemeente Nuth in het achterwater van de Platsbeek een duiker liet aanleggen, waardoor het maalwater niet snel genoeg kon wegstromen. Plaatselijk werd het water bovendien verontreinigd door huishoudelijk afvalwater, waardoor de beek een onaangename geur verspreidde. Om hierin verbetering te brengen werd een stamriool aangelegd.
In het begin van de jaren zestig kwam het hierover tot een proces tussen de eigenaresse, de familie Grooten, en de gemeente Nuth. De eigenaresse verloor dit proces, hetgeen het einde van de watermolen betekende. Om uit de impasse te komen, verkocht zij in 1965 het waterrecht aan het Waterschap van de Geleen- en Molenbeek. Het bedrijf werd daarna nog een aantal jaren op elektrische drijfkracht voortgezet; waterrad, gangwerk en maalstoel werden echter gesloopt.

nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
foto 1:
het molengebouw. rechts het woonhuis waarin momenteel een tuinierswinkel is gevestigd.
foto 2:
Overzichtsfoto van het molencomplex aan de Platsbeek.

-----

Deze molen heet "Pletsmolen" (en niet platsmolen) . Ze ligt weliswaar aan de Platsbeek maar is van oudsher bekend als Pletsmolen zoals ze ook in officiële stukken genoemd wordt. Ook de naamsaanduiding op de molen zelf luidt 'Pletsmolen'. Vergelijk ook de Pletsmolen in Meerssen.

Ingezonden op 2 aug. 2017 door Joep uit Nuth.