Molen Mallemolen, Den Haag

Den Haag, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Mallemolen
modeltype
Ronde molen, grondzeiler
functie
slijpmolen, polijstmolen, moutmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06902 m
oude dbnr.
V4109
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 06902 m Mallemolen (Den Haag)
Tekening

locatie

plaats
Den Haag
plaatsaanduiding
aan de NW-zijde van het Haagse centrum
gemeente
Den Haag, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
's-Gravenhage
streek
Haaglanden
geo positie
X: 81166, Y: 456174
N: 52.08890, O: 4.30987

constructie

modeltype
Ronde molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De slijp- polijst- of harnasmolen alias de Mallemolen kwam in 1643 in het bezit van Lambrecht Fasen van der Kiste meester smid.
Zijn schoonvader Henrick Hermanssen van Leeuwen, en zijn zwager Pieter Pouwelsz Eijgenraem waren van beroep meester- harnasmaker, dus de molen was in goede handen.

De molen was van onderen tot boven met een stenen muur gebouwd, en bekwaam om allerlei wapenen te slijpen en te polijsten, en daarnaast ook mout en allerlei mestinge voor dieren te malen.
Bron: Jaarboek "Die Haghe" 1947.
Jan Eijgenraam

De eerste Ingenramen / Eijgenramen, waar meer bijzonderheden van bekend zijn, vinden we in Den Haag, zoals bijvoorbeeld Pieter Pouwelsz Ingenraem, geboren ca 1605.
Pieter Pouwelsz Ingenraem, trouwde in 1631 te Den Haag met Anneken Hendricxs van Leeuwen, hij is samen met zijn zuster Maria Pouwels, en zijn broer Pieter Pouwelsz ( twee broers met dezelfde naam! ) vanuit Arcen (L) naar Den Haag gekomen. Hun broers Jacob Pouwelsz en Hendrik Pouwelsz, en hun vader Pouwel In gen Raem, bleven in Arcen.
Dit was waarschijnlijk vóór 10 juni 1618, op deze datum trouwde Maria Pouwels te Den Haag met Bastiaan Sommester, jm van Salszburg. beroep; Meester-harnasmaker. De andere Pieter Pouwelsz Ingenraem is twee maal gehuwd; als 1e Aeltje Hendricsdr van Emmerich, op 20 november 1629 te Den Haag, en als 2e Barbara Gillisdr du Laij op 9 november 1636 ook te Den Haag.
Maria Pouwels is na het overlijden van haar vader Pouwel In gen Raem, in 1632 te Arcen, tijdelijk teruggegaan naar Limburg, om de nalatenschap te verzorgen.

Deze molen werd gebouwd in 1623 en kreeg al snel zijn bijnaam nadat hij tijdens een storm drie van de vier wieken had verloren.

De molen zelf heeft tot 1678 overeind gestaan en is toen afgebroken.

Oprechte Haerlemsche courant, 19 februari 1693
De Testamentaire Voogden over de nagelatene Kinderen van wijlen den Heer Fredrick van Lier, in zijn Leven Heer van Soetermeer, Middelburg en eerste Raed in den Hove van Hollant, zijn van meeninge, op Dingsdag, den 24 February, 1693, ten overstaen van twee Heeren Commissarissen van den Hove van Hollant in de Castelleyne van den selven Hove in 's Gravenhage te verkopen de navolgende LAnderyen, Wooningen en Huysen; namentlijck, op den Haeg-Ambacht een Wooning met 6 Morgen Warmoeslant, gelegen en benoorden den Hage achter de Slijp- of Malle Molen.

1708: In 'KOHIEREN van de PENNINGEN van RIJNLAND, van 1707 tot 1722', wordt vermeld in 1708, blz. 160 Claes Pietersz van Leeuwen op "De Mallemolen" in Den Haag.
Dirk van Leeuwen, 22 juli 2006

Volgens het jaarboek 1909 van de Geschiedkundige vereniging ”Die Haghe” hadden de harnasmaker Bastien Sommester en zijn vrouw Maritgen begin 1624 slaande ruzie met de dochter van een zekere Jopgen Joris. Maritgen beschuldigde de dochter van "diverie, seggende, dat sij een silvere helmetgen van haer hadden willende oversulcx, dat sij haer dat wederom geven soude." Al eerder had Maritgen de dochter met een gele wortel een blauw oog geslagen, en de harnasmaker had een andere dochter gedreigd "de lenden aen stucken te slaen."

aanvullingen

trivia
Ligging:aan de noord-west zijde van het Haagse centrum nl in de 17e eeuw aan het einde van de Denneweg , nu nabij de aansluiting van de Frederikstraat op de Javastraat.
Van de beroemde Mallemolen rest slechts een straatnaam.



Evenals Bastiaan Sommester waren beide Pieter Pouwelsz Ingenraem van professie ook meester-harnasmaker, en zo ook Pieters schoonvader Hendrick Hermanssen van Leeuwen. Een andere schoonzoon van Hendrick van Leeuwen, Lambert Faessen van der Kiste, was smid. Deze Lambert Faessen was eigenaar van de Slijp- Polijst- of Harnasmolen, alias de' Mallemolen', staande aan het einde van de Denneweg te Den Haag. destijds aan de rand van het duingebied, in de buurt was een proefveldje van het Staatse leger waar geschut werd getest.
Tegenwoordig is op deze plaats, een steegje met een hofje "Mallemolen" ter hoogte van de splitsing van Javastraat en Frederikstraat.

De pentekening (1677) is van Josua de Grave, 's Gravenhage vanuit het noord-westen; de plaats waar de naam 'Eijgenraam' de eerste maal vermeld wordt. De molen 'zonder wieken' (1613) voor de kerk ( Nieuwe kerk) is de "Malle Molen".
"Deze molen was van onderen tot boven met een stenen muur gebouwd, en bekwaem om allerlei wapenen te slijpen en te polijsten, en daarnaast ook mout en allerlei mestinge voor beesten te malen”.

Aannemelijk is dat de Mallemolen door de verschillende harnasmakers werd gebruikt om de harnassen of helmen te vervaardigen. Er is een contract gevonden in de notariële archieven, betreffende een order van het Staatse leger aan Pieter Pouwelsz, zie Genealogie van het geslacht Eijgenraam.

In het archief van Delfland bevindt zich een kaart (no. 708) waarop de ligging van de Slijp- of Harnasmolen staat aangegeven.
Ingezonden door Jan Eijgenraam, 24 februari 2013

Bij de tekening van Jacob van der Croos: dit is een onderdeel van het Gezicht op Den Haag, omgeven door twintig gezichten in de omgeving.

Het is de vraag of deze molen wel een grondzeiler is geweest.
In het boek "Haagse Stadsgezichten",topografische schilderijen van het Haags Historisch Museum, uitgegeven in 1991, staan diverse afbeeldingen van deze molen.
Prenten en schilderijen van Jan de Bisschop en I.V. Croos.
Deze afbeeldingen vertonen diverse stadia van verval van de molen en met name een prent getekend door Jan de Bisschop vertoont de molen met, zo lijkt het, een gedeeltelijk afgegraven belt en met duidelijk zichtbaar een gedeeltelijk aanwezige invaart. Een beltmolen dus.
In dit boek wordt als bouwjaar tussen 1613 en 1623 genoemd met als waarschijnlijke molenmaker Claes Wollebrantsz.
Vóór 1693 moet de molen zijn afgebroken, terwijl de molen mogelijk al in 1649 buiten gebruik was.
Informatie van Wim Rotteveel, 6 februari 2018
Bron: "Haagse Stadsgezichten",topografische schilderijen van het Haags Historisch Museum, uitgegeven in 1991