Molen De Walrot / De Rot, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Walrot / De Rot
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04911 b
oude dbnr.
V3837
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Aan weg en Zaan, tegenover de Frans Halsstraat
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 116049, Y: 496322
N: 52.45328, O: 4.81420

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
als balkenzager
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1711 herbouwd ?
verdwenen
afgebroken en verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis
Verbandactes waren verplicht en werden door de plaatselijke regenten afgegeven. In het geval van De Walrot in Westzaandam waren dat schout Jan Barentsz en de schepenen Dirck Jacobsz Kuijper en Dirck Cornelisz. Zij gaven de acte af op 2 juni 1622 af aan Pouwels Garbrantsz en legden er een windpacht van 3 pont Vlaamse Groten van XL ‘t pont (3 gulden) in vast en zij noemden de belendingen: aan de noordkant Pieter Waligsz en aan de zuidkant Dirck Jansz Ghijsen.
De windpacht moest voor het eerst betaald worden op Bamisse 1622. Dat is 1 oktober, de naamdag van Sint Bavo. Deze belasting werd altijd achteraf geïnd en dat gebeurde op de dag waarop de molen gangbaar was geworden. De windpacht moest worden afgedragen aan de rentmeester – generaal van Kennemerlant en Westvrieslant, waar de Zaanstreek toen onder ressorteerde.
Uit deze acte blijkt dus dat De Walrot op 1 oktober 1621 gangbaar was geworden. De windbrief werd op 13 november 1621 afgegeven door de rekenmeesters van de Grafelijkheidsrekenkamer van Domeijnen van de Staten van Hollant en Westvrieslant.

Poulus Garbrantsz kreeg de windbrief voor een zaagmolen. Vermoedelijk liet hij hij onmiddellijk een oliemolen bouwen. In 1627 werd deze molen door landmeter Dirck Langedijck op zijn kaart van buitendijkse Zaanerven vermeld. Uit opeenvolgende verkopingen blijkt dat het om De Walrot ging.
Op zijn erf stonden in 1629 twee molens. Eén daarvan was reeds voor 1635 verdwenen, maar het zou best kunnen dat de andere molen de Walrot is of zijn voorganger. Misschien dat nader onderzoek dit kan ophelderen.

De molen wordt genoemd bij een verkoping op 5 mei 1650. Op die dag verkocht de Zaandammer Cornelis Pietersz. Jacobs de helft van de oliemolen de Walrot aan Gerrit Pietersz. Noom. Het halve aandeel in de molen veranderde voor ƒ 2600 van eigenaar.

Op 8 januari 1660 verkocht Gerrit Pouwelsz. voor ƒ 2325 1/8 part in de oliemolen de Walrot aan Cornelis Gijsen. Niet lang hier na werd de Walrot verbouwd van oliemolen tot balkenzager. Op 16 oktober 1683 liet Cornelis Gijsen de Walrot tegen brand verzekeren in een assurantiecontract: ”de balcksagermoole de Walrot waerdich twee duijsent vijff hondert Caroly gulde.” In de daarop volgende jaren verwisselden de parten van de Walrot meerdere malen van eigenaar, waarbij zeker opvalt dat de molen tot de ‘kapitalen’ behoorde. Op 19 december 1690 verkocht Cornelis Claesz Gast 1/4 part in de balkenzager.

Op 20 januari 1707 werd er weer een aandeel in de molen geveild: ”20 januari 1707: dirck hendriksz. en dirck jansz. Jongejan als voogde van Garmet Gerritsz. kint (enz) presenteren een vierde part in de houtsaegersmolen c.a. genaemt de Walrot staende in ’t noort-ent vande moolenbuurt.” Dit part werd voor ƒ 1140 gekocht door Jan IJsbrantsz. Koningh. Later zou deze Jan Koningh de gehele molen in zijn bezit krijgen.

1711 herbouwd? Zie onder.

De Walrot bleef lang binnen de familie Koningh. Pas op 21 maart 1805 kwam de molen in andere handen. Op die dag werd te koop aangeboden: ”Een Greenen houtzaagmolen zijnde een bovenkruijer genaamd de Rot c.a. in ’t Noordeinde van de molenbuurt.” De nieuwe eigenaar van de molen was Jacob Schippers, hij verzekerde de Walrot op 2 april 1810 tegen brand. De verzekerde waarde van de molen werd toen op ƒ 3000 geschat, een fors bedrag voor die tijd. Hierna wordt het stil rondom de Walrot.

In 1828 werd de molen afgebroken en verscheept naar IJlst. Aldaar werd de molen herbouwd als De Rat en is hij tot op heden aanwezig.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 100/ 246
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 180-181
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 47-48
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 335
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 65.
- aanvullingen Ron Couwenhoven, 22 okt. 2020.
-----

Uit recent bouwhistorisch onderzoek is gebleken dat de molen niet in 1683 is gebouwd in de Zaanstreek, maar in 1711 als vervanger van een voorganger. Voor Nationale Molendag 2011 is op de baard van de bestaande molen te IJlst het jaartal 1683 vervangen door het jaartal 1711.
Taeke Visser, 1 juni 2011.

aanvullingen

trivia
Oliemolen, later balkenzager “de Walrot” of "de Rot" (=waterrat), achtkante bovenkruier met zaagschuren, te Zaandam-West aan weg en Zaan tegenover de Frans Halsstraat. Bouwjaar onbekend, in 1828 afgebroken en verplaatst naar IJlst.