Molen De Eendragt, Leeuwarden/ Ljouwert

Leeuwarden/ Ljouwert, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Eendragt
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11811
oude dbnr.
V3821
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 11811 De Eendragt (Leeuwarden/ Ljouwert)
Detail van onderstaande prent

locatie

plaats
Leeuwarden/ Ljouwert
plaatsaanduiding
op de Schenkenschans, aan de Harlinger Trekvaart zz.
gemeente
Leeuwarden, Fryslân
plaats(en) voorheen
Deinum gem. Menaldumadeel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Deinum D (1) 1 Taeke Sijbrens van der Wint, zaagmolenaar, en mede E.
geo positie
X: 180231, Y: 579149
N: 53.19840, O: 5.76476

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
20,7 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
In het boek "Stads- en dorpskroniek van Friesland" (Dr. G.A. Wumkes, 1950/1954) staat bij 20 oktober 1763 vermeld: "Aanbesteed het uitgraven van een kolk bij de nieuwe molen bij Schenkenschans." In 1788 was sprake van de “stander-hout moolen de Poltrok genaamt”, met huis en knechtswoning en daartussen een droogschuur, ten oosten van een andere zaagmolen die "de Eendragt" heet. Toen stonden er dus twee zaagmolens aan de Harlingervaart.

De molen had in 1788 een vlucht van 73 voeten (ca. 20,7 meter) en werd al in 1779 als de “Groote Houtmoolen aangeduid 9. De grote molen De Eendragt was na 1788 eigendom van Tabe Eelkes Hingst gebleven en toen die overleed kwam te molen in 1790 te koop te staan. Daarbij staat vermeldt, dat er een nieuw gebouwd herenhuis, knechtswoningen en twee houtschuren bij hoorden 16.
Kennelijk werder niet genoeg geboden, want in 1803 waren de erven van Tabe nog steeds eigenaar. Zij boden de molen “de Eendragt” toen opnieuw te koop aan 17: het bod was inmiddels achtduizend gulden. Opnieuw werden het woonhuis en twee knechtswoningen bij de molen genoemd en de situering was aan de Harlinger Trekvaart.

Voor 8000 Caroliguldens werd "de groote Molen DE EENDRAGT" 18 eigendom van de koopman Dirk E.S. van Driesum en Taeke Sybrens, met hun echtgenotes. Sybrens nam de achternaam Van der Wind aan van zijn echtgenote. Bij de prijs kwam nog 414 Caroliguldens en 16 stuivers strijkgeld, alsmede 947 Caroliguldens en 7 stuivers voor de inventaris. Deze beide heren adverteerden in 1819 nog met door hun te leveren hout 19, waarbij Taeke de achternaam Van de Wint heeft aangenomen. De Eendragt haalde de tijd van het kadaster en stond sectie D no. 1.

Op 18 mei 1878 om 21 uur gingen de molen, de houtschuur en de aanwezige houtvoorraad in vlammen op. Blussen bleek niet meer mogelijk, de brandweer van Leeuwarden kon alleen de belendende percelen behouden. Als vermoedelijke oorzaak werd aangenomen dat bij een onweer 's middags de bliksem in de kap was geslagen en het vuur daarin was blijven smeulen.

Na enige jaren werd op dezelfde plek een nieuwe molen gebouwd.

Noten:
9. Leeuwarder Courant 11 september 1779.
16. Leeuwarder Courant 10 november 1790.
17. Leeuwarder Courant 23 november 1803.
18. Leeuwarder Courant 27 oktober 1804.
19. Leeuwarder Courant 3 september 1819.

Bronnen:
- artikelen door P. Timmermans en L. Kamminga in De Utskoat nr. 65, 1992. Met dank aan H. van der Kaay.
- Dick Bunskoeke, 28 nov. 2009.
-----

Jacobus de Vries (Zuid-Schalkwijk 1817) was eigenaar van paltrokmolen De Liefhebber te Haarlem (Tenbruggencatenummer 03140 a). Een van zijn 14 kinderen was Antonius de Vries (Haarlemmerliede 1846) die duidelijk in de voetsporen van zijn vader en grootvader trad. Antonius de Vries, 27 jaar, houtzager, trouwde op 21 mei 1873 met Anna Geertrudis Maria Widering, 24 jaar, uit Amsterdam. Het echtpaar verhuisde naar Leeuwarden, waar Antonius houtzager werd op De Eendragt onder Deinum.

Toen hun eerste zoon Jacobus Egbertus de Vries op 24 mei 1874 in Deinum werd geboren, was Antonius houtzager. Bij de geboorte van hun tweede zoon op 14 mei 1876 was Antonius 30 jaar en houtzaagmolenaar in Deinum.
Bij de geboorte van hun derde zoon op 13 april 1878 was Antonius machinist. Logisch, want in 1878 brandde de molen door blikseminslag af. Uit 1880 en 1885 dateren wordt vermeldingen houtzaagmolenaar en houtzaagmolenaarsknecht. Waar en of hij werkelijk ergens actief was als zager, is niet duidelijk. Zeker is wel dat hij niet op de nieuwe molen zaagde (zie Opvolger), want zijn vijf volgende kinderen werden geboren in Jutphaas, Utrecht en Antonius was toen toch weer machinist.

Bron: Penterbak.nl / Wie was wie / Jos van Schoten, 8 april 2023.

aanvullingen

trivia
In het boek "Stads- en dorpskroniek van Friesland" (Dr. G.A. Wumkes, 1950/1954) staat bij 20 oktober 1763 vermeld: "Aanbesteed het uitgraven van een kolk bij de nieuwe molen bij Schenkenschans." Dit heeft volgens De Utskoat 65 betrekking op De Hersteller, doch dat moet De Eendragt zijn.
-----

Er bestaat een prent uit de achttiende eeuw, waarop een molen op “Schenker schans” is te zien. Gezien de lichtinval lijkt ligging aan de vaart naar Harlingen niet te kloppen, want de zon kan niet uit het noorden schijnen. Het zou echter ook een brede sloot, evenwijdig aan en ten zuiden van die vaart kunnen zijn: dan klopt het wel. Hoogst waarschijnlijk is dit dus De Eendragt, die ten westen van De Paltrok kwam te staan.
Dick Bunskoeke, 28 nov. 2009.
-----

Aangezien de molen in 1803 werd verkocht, maar onder de nieuwe naam De Eendracht en voor de dubbele prijs als enkele jaren eerder, zal hij rond 1800 zijn herbouwd als stellingmolen.
[Het is onduidelijk op welke molen deze tekst in De Utskoat 65 betrekking heeft]