Molen Zaagwatermolen, Eijsden

Eijsden, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Zaagwatermolen
modeltype
Watermolen
functie
zaagmolen, korenmolen, runmolen, elektriciteitsopwekker
bouwjaar
toestand
restant
beek
Voer
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01143 a
oude dbnr.
V379
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01143 a Zaagwatermolen (Eijsden)
Foto: J.A.C. de Kroon

locatie

plaats
Eijsden
plaatsaanduiding
Graaf de Geloeslaan 10
beek
Voer
gemeente
Eijsden-Margraten , Limburg
streek
Zuid-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Eijsden E (2) 737 Gerard Nagelmakers, bankier
geo positie
X: 177009, Y: 309074
N: 50.77118, O: 5.69918

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
middelslagrad, vanaf 1890 turbine
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
1729 herbouwd
verdwenen
geschiedenis
'De Zaagmolen' gelegen in de buurtschap Laag Caestert was in zijn tijd, wat gebouw en ligging betreft, de mooiste watermolen op de Voer. Met de molen is met behulp van waterkracht ooit hout gezaagd. Van deze functie, die voor 1800 moet zijn voorgekomen, heeft hij de naam "Zaagmolen' overgehouden.
De molen met het huis bestond uit een hoog bakstenen gebouw, met mergelsteen langs het water, hardstenen raam- en deuromlijstingen en gedekt met een pannenzadeldak. Een bijzonder aanzien gaven de kleine getraliede vensters gevat in Naamse steen en op manshoogte voorzien van luiken. Een gevelsteen vermeldt het jaartal 1729.
Als gevolg van verbouwingen en de plaatsing van een turbine met turbinekamer is van het oorspronkelijke karakter veel verloren gegaan.

In de 18e eeuw was de molen eigendom van de graven De Geloes. In 1834 wordt de graaf Constantin de Geloes nog als eigenaar genoemd. Vier jaar later verkocht hij de molen met toebehoren aan de Luikse bankier Gerard Nagelmaekers. De molen was toen als graanmolen ingericht en werkte met een eenvoudig houten middenslagrad met rechte schoepen, dat een koppel stenen aandreef. Het waterrad had een middellijn van 5 m. en een breedte van 0,63 m. De schoephoogte bedroeg slechts 0,28 m. Vóór het rad bevonden zich twee sluisgebinten. Een gebint met de maalsluis stond dichtbij het waterrad.
Het tweede gebint met de lossluis stond op korte afstand daarvoor. Deze sluis sloot de afslagtak langs de molenark af. Het koppel stenen werd door een houten enkelvoudig gangwerk aangedreven. Dit gangwerk bestond uit een aswiel op de molenas, dat rechtstreeks op het rondsel van de steenspil werkte.
Nagelmaekers bleef tot 1858 in bezit van de "Zaagmolen'. Hij verkocht de molen toen aan de leerlooiers de Gebr. Louis en Charles Coopman. Louis Coopman had een leerlooierij in Maastricht. De leerlooierij van Charles Coopman was in Eijsden aan de Diepstraat gevestigd. Ongetwijfeld heeft het koppel stenen toen eikenschors of looi gemalen.
In 1880 werd de molen met huis en bergplaats bij een boedelscheiding aan Charles Coopman toegewezen, kort na 30 mei 1890, de dag waarop de opzichter van de provinciale waterstaat een peilschaal bij de molen had geplaatst, liet Coopman het waterrad door een turbine vervangen die het water door een gemetseld kanaal kreeg toegevoerd. Voor de aanleg was echter geen toestemming gevraagd. Op 13 augustus 1890 bezocht een opzichter opnieuw de molen en maakte van de aangebrachte veranderingen een proces-verbaal op. In 1898 liet Coopman het molengebouw slopen en in 1899 herbouwen waarvoor evenmin toestemming werd gevraagd. In hetzelfde jaar verleende Gedeputeerde Staten voor de wederrechtelijk aangebrachte veranderingen echter alsnog een vergunning. Daarin wordt de molen schorsmolen genoemd.

In 1907 verkochten de erven Coopman de looimolen met huis en stal aan graaf René de Celoes die hiervoor bij de Mugge- en de Craanmolen is genoemd. De graaf liet het maalwerk uitbreken en een dynamo opstellen. Tussen de dynamo en de turbine werd een drijfwerk met riemen opgesteld. De dynamo was verbonden met een in de molen opgestelde accumulatorbatterij, bestaande uit 65 Tudorcellen die het kasteel met de bijgebouwen de molen en het woonhuis van licht voorzag. Deze stroomvoorziening is tot kort na de Tweede Wereldoorlog in bedrijf geweest. Op het einde van de jaren veertig werd de installatie verwijderd toen de molen tot woning werd verbouwd.
Na de dood van graaf René de Geloes en zijn echtgenote vererfde de voormalige watermolen in de familie De Liedekerke de Pauhe, hiervoor genoemd.
Tegenwoordig is graaf Marcel eigenaar.
nog waarneembaar
Molengebouw uit 1899.

aanvullingen

trivia
Voormalige waterradmolen, later werd er een turbine geplaatst.

Dit was de zesde (in NL) en onderste molen op de Voer, stuwpeil 50,65 m + NAP. Voorheen met buiten-halfslagrad.

In de Zaagwatermolen van Eysden woonden mijn grootouders begin 20ste eeuw; Jan Debets, (geboren in Voorst Gelderland) werkzaam als hovenier op het kasteel te Eysden getrouwd met Marie Barbe Collard geboren in Eysden. Zij trouwden op 7 september 1909 en woonden tot ca. 1916 in deze woning.

Toelichting op de foto van 1913:
De foto genomen in de zomer van 1913 is gemaakt door een zwager van mijn grootmoeder Dhr. P. Jansen.
Het is een familiekiekje: grootvader, links, mijn grootmoeder met haar tweede kindje, broer van grootvader, en nog een broer van grootvader met het oudste kindje van mijn grootouders. Rechts op de foto loopt een zusje van mijn grootmoeder naar het huis toe.

Informatie van Mevr. Marianne Debets, Heerlen, 30-10-2013