Molen Westerhovense watermolen, Westerhoven

Westerhoven, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Westerhovense watermolen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Keersop
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02503
oude dbnr.
V3733
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 02503 Westerhovense watermolen (Westerhoven)
Foto: opname rond 1910

locatie

plaats
Westerhoven
plaatsaanduiding
aan de Molenbeemd
beek
Keersop
gemeente
Bergeijk, Noord-Brabant
streek
De Kempen
kadastrale aanduiding 1811-1832
Westerhoven A (1) 957 Gemeente Westerhoven
geo positie
X: 155818, Y: 371158
N: 51.32966, O: 5.39894

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
Stalen rad met ca. 28 schoepen, gietijzeren as
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
De oudst bekende vermelding van deze molen dateert van 1228 (zie Oorkondenboek van Noord-Brabant, I,1, nummer 142), waarin abt, prior en convent van St. Jacob te Luik de beschikking over een molenplaats in Westerhoven geven aan Arnold Stapart: "stallum molendini", tegen een erfcijns.
Er is sprake van de wederopbouw van deze molenplaats door Arnold.
De molen is lang in het bezit geweest van de abdij van Postel; zie ondermeer de publicaties van Th.Ign. Welvaarts en Isfridus de Groot.
Na de reformatie werden alle Postelse goederen in 1716 geconfisqueerd.
Op 14 april 1757 kwam de molen in particuliere handen.
Eigenaar werd Arnoldus Heuvelmans, een telg uit een molenaarsfamilie waarvan de sporen ook in andere Noord-Brabantse molens zijn terug te vinden. (Ook letterlijk: op de in 1992 vervangen rechter steenlijst van de standerdmolen van Moergestel stond een inscriptie A. Heuvelmans. Een telg van deze familie is molenaar op de Haevense molen van Meerhout-Zittaart in België).
In 1797 verkocht Heuvelmans de molen aan Arnoldus Aarts, die hem in 1805 verkocht aan de gemeente Westerhoven.
Acht jaar later onderging de molen groot herstel, dat werd uitgevoerd door timmerman Jac. Peels uit Westerhoven. Pas in 1817 werd een tweede koppel stenen, voor het malen van boekweit, geplaatst. De kosten hiervan werden gedragen door de pachter, die deze verrekende met de volgende pachter.
In 1837 ging de molen weer over in particuliere handen. Koper was Rombout Keunen, vermoedelijk familie van de toenmalige eigenaar van de Dommelse watermolen.
In 1892 werd een olieslagerij in een aanbouw aan de molen toegevoegd, die echter niet met waterkracht werd aangedreven, maar vermoedelijk met een stoommachine. Omstreeks 1927 werd voor het laatst olie geslagen. Na het verwijderen van de olieslagerij werd in de aanbouw een motorsteen geplaatst, aangedreven door een Deutz gloeikop dieselmotor.
In november 1950 werd het laatste graan gemalen.
Het jaar daarop werd de molen omgetrokken, waarvoor vier met zand geladen vrachtwagens nodig waren. Molenaar J.A. van der Zande had zijn maalvergunning aan de Boerenbond verkocht, omdat die geen maalvergunning kon krijgen. Als voorwaarde had hij gesteld dat de Boerenbond hem een vast dienstverband zou bieden. De motorsteen uit de molen werd in de maalderij van de Boerenbond geplaatst.
Volgens J.A. van der Zande lagen de koppel maalstenen symmetrisch ten opzichte van het waterrad en was er een koning met spoorwiel. De zolder waarop de stenen lagen, strekte zich uit over de hele oppervlakte van de molen. In het midden was een trap. De draagconstructie waarop de stenen lagen was geheel afgetimmerd. Er waren meerdere inscripties, maar daar heeft Van der Zande nooit notitie van genomen. Er waren een gietijzeren as en een stalen rad met circa 28 houten schoepen. Er kon tot ongeveer twee meter hoogte gestuwd worden. De molen werd op het laatst onderhouden door molenmaker Adriaens uit Weert.
Na de sloop zouden verschillende onderdelen gekocht zijn door Kees uit Leende. Op het kerkhof van Westerhoven ligt een steen uit de olieslagerij van deze molen. Blijkens de slijtage is deze als ligger en als kantsteen gebruikt; het meest waarschijnlijk het laatst als ligger. De diameter is 1,62 m. Omstreeks 1972 werd de Keersop recht getrokken, waardoor de rivier niet meer door de molenwiel stroomde. Deze werd volgestort. Als gevolg van het inklinken van de grond is de plaats van de wiel nog lang herkenbaar gebleven.

Een deel van deze informatie werd ontleend aan Roelofs ‘Tussen de haai en d’ekker’, uitgegeven in 1986.
De historische informatie daarvan werd bijeengebracht door oud-burgemeester W. van Nuenen. Ook werd in 1990 informatie verkregen van J.A. van der Zande (geboren in 1927), wiens vader P.J. van der Zande de laatste eigenaar van de molen was
Nico Jurgens, 11 april 2006.