Molen van Elderingh, Kootstertille/ Koatstertille

Kootstertille/ Koatstertille, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Elderingh
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11890
oude dbnr.
V3255
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 11890 Molen van Elderingh (Kootstertille/ Koatstertille)
Ansichtkaart, links de molen van Eldring, rechts Molen Vries

locatie

plaats
Kootstertille/ Koatstertille
plaatsaanduiding
aan de noordzijde van het Kolonelsdiep
gemeente
Achtkarspelen, Fryslân
geo positie
X: 202450, Y: 580718
N: 53.21099, O: 6.09745

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1907 onttakeld ca. 1920 romp gesloopt
geschiedenis
In 1859 kreeg Roelof Wiebes Elderingh (1827-1903) toestemming om oostelijk op perceel Kooten sectie C no. 481 in Kootstertille (bedoeld is no. 418) een oliemolen te stichten. De molen verrees datzelfde jaar nog aan de noordzijde van het Kolonelsdiep. Drie jaar later werd de ligging aangeduid als sectie C no. 641 en 642 toen de weduwe en erven van Wiebe Roelofs Elderingh (1793-1858) hem te koop aanboden. Kennelijk had zoon Roelof alleen de vergunning aangevraagd en was hij dus niet de eigenaar van de windoliemolen. Zijn vader Wiebe had ervaring met molens, want in 1854 kocht hij de korenmolen in Rottevalle samen met Engbert Mulders (ca 1800-1886).

Waarschijnlijk werd Roelof Wiebes Elderingh (1827-1903) later wel eigenaar, want de molen bleef in de familie. Hij ruilde de molen, waarde 5200 gulden, in 1899 met zijn neef Pieter Keimpes Elderingh (1867-1929) die een huis, wagenhuis, stalling en erf inbracht met de waarde van 1200 gulden.

In 1907 nam hij een 20 pk verbrandingsmotor van de Meppeler Motorenfabriek N. Timmer en Co. in gebruik; de molen zal daarom rond die tijd onttakeld zijn. In 1909 had Pieter Elderingh een olieslagerij: hij vroeg aan de gemeenteraad om de weg ernaartoe te verlichten. De molenromp met kap bleef nog bestaan tot ongeveer 1920.
Dick Bunskoeke, 7 dec. 2013.
-----

Op 10 januari 1914 bestelde P. Elderingh uit Kootstertille nog drie stuks naslagharen 'volgens bijgaand model' bij de firma Klaas Haremaker & Zn in Koog aan de Zaan.
Hij schreef ook dat hij op de beurs in Leeuwarden een ontmoeting had gehad met Haremaker, maar dat hij het juiste adres niet meer wist. Hij stuurde zijn brief naar Zaandam, maar de PTT bezorgde hem toch bij het bekende bedrijf in Koog aan de Zaan, dat al meer dan 250 jaar voor-en naslagharen voor oliemolens maakte.

De brief is in mijn bezit en maakt deel uit van onlangs gevonden archiefmateriaal van de firma Klaas Haremaker & Zn.
De molen van Elderingh was dus in elk geval in 1914 nog volop in bedrijf.
Ron Couwenhoven, 13 augustus 2012, www.duizendzaansemolen.nl

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een ruwe benadering naar de foto.

-----

Nieuwsblad van Friesland, 8 mei 1901

Bij den olieslager P. Eldering te Kootstertille viel een der wieken uit den molen. 't Besloeg nog al best, daar de wiek niet door het dak van het huis viel en er geen persoonlijke ongelukken plaats hadden.

Informatie van Erik Stoop, 13 maart 2016

-----

Op 18-02-1903 berichtte de Nieuwe Veendammer Courant het volgende:

Men schrijft uit Kootstertille, d.d. 13 Febr. : Terwijl de andere werklieden aan den oliemolen van den heer E. druk bezig waren, ging de persoon A. W. naar boven. Kort daarna bleef de molen, die slechts met halve kracht werkte, staan. Vermoedende, dat er een ongeluk was gebeurd, spoedden de andere personen, waaronder ook een broeder van het slachtoffer, zich naar boven, en vond dezen bekneld tusschen een rad en den muur. Hem terstond te bevrijden was onmogelijk, zoodanig zat hij bekneld. De vrees, dat hij reeds overleden was, bleek gegrond. De borst was hem geheel ingedrukt, zoodat de dood onmiddellijk moet ingetreden zijn. Onvoorzichtigheid schijnt de oorzaak van het treurig voorval te zijn.

Het slachtoffer was de 20-jarige Anne Minzes Wijnjeterp, geboren te Kooten (Achtkarspelen) op 17-01-1883. Hij overleed op 12-02-1903 om 11.30 uur (Overlijdens- en geboorte akte – Open archief / AlleFriezen)

Ingezonden door Caroline Schaeffer, 27-05-2021