Molen Schaapskuilmeer, Waarland

Waarland, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Schaapskuilmeer
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
00358
oude dbnr.
V3045
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 00358 Schaapskuilmeer (Waarland)
Foto: n.n.

locatie

plaats
Waarland
plaatsaanduiding
gemeente
Schagen, Noord-Holland
streek
Geestmerambacht
kadastrale aanduiding 1811-1832
Harenkarspel F (1) 14 De Polder Schaapskuil
geo positie
X: 117507, Y: 526137
N: 52.72132, O: 4.83228

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting
vijzel 1,40 m Ø (1864)
vijzel 1,37 m Ø (1894)
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
vlucht
22,25 m (1864)<br>21,80 m (1894)
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
Pot ✉︎ 2021 buiten 1905 1905? buiten 1930c
Pot ✉︎ 2024 binnen 1905 1905? binnen 1930c
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De Schaapskuilmeer (51 ha) is in 1607 tegelijk met het Bleekmeer uit de boedel van Graaf Lamoraal van Egmond verkocht, en bedijkt en drooggemaakt krachtens octrooi der Staten op 20 januari 1632 verleend.

De molen van de Schaapskuilmeer stond aan de oostzijde van de polder en sloeg uit op de Raaksmaatsboezem. Aan de Heerhugowaard betaalde de polder jaarlijks ƒ 62,50 als bijdrage aan de kosten van diens strijkmolens. De molen had een rietgedekte ondertoren. De molen stond heel geïsoleerd, huis en molen waren alleen via de kaai van de Waarlandspolder en met een 'plank' over de ringsloot te bereiken.

Vanaf ca. 1800 tot zijn overlijden in 1826 was Arie Groen de molenaar, hij liet een vrouw en zeven kinderen achter.
Willem Agenant (ged. 8 februari 1795) volgde hem op, geholpen door zijn werkzaamheden voor de grootste grondbezitter in de Schaapskuil, Pieter Wonder Czn. Agenant combineerde zijn werk als molenaar daarna met dat van dagloner in dienst van Wonder. In 1835 werd WIllem Agenant ernstig ziek en overleed op 12 september. Zijn vrouw Neeltje nam het molenaarswerk over tot ze in 1841 overleed, waarna zoon Arie Agenant molenaar werd.

Door een duiker in de verbindingskade liet tevens de westelijk aangrenzende Nieuwepolder (24 ha, Tenbruggencatenummer 04145 j) zijn overtollige water aflopen naar de molen van de Schaapskuilmeer, krachtens een overeenkomst van 1 juli 1809. Dat kon heel gemakkelijk, omdat het polderwater van de Nieuwepolder direct aan de dijk van de Schaapskuil lag.

Rond 1859 werd het scheprad van de molen vervangen door een vijzel met een middellijn van 1,40 m.
Arie Agenant kreeg voor het molenaarschap en klein onderhoud een traktement van ƒ 70 en ontving voor werkzaamheden ƒ 9. Verder verhuurde hij zich als arbeider bij boeren in de Waarlandspolder en in de Sloeierd. Nadat ze 25 jaar getrouwd waren, overleden in vijf jaar tijds drie van de kinderen van Arie en Catharian Agenant. Op 8 november 1880 overleed de molenaar zelf, en kort daarop zijn vrouw.

Daarna nam zoon Jacob Agenant een jaar lang het molenaarswerk op voordat hij daartoe werd aangesteld. In 1881 trouwde Jacob, kreeg twee kinderen waarna zijn vrouw Grietje Kok overleed. Jacob trouwde in 1886 opnieuw met Keetje Bakker en ze kregen nog vier kinderen waarvan er twee jong overleden. Omdat Jacob Agenant ziekelijk was, draaide zijn vrouw vaak op voor het molenaarswerk, vaak geholpen door haar vader en Jacobs broer Jan.
In de zomer van 1881 kwam er een groot brok hout in de vijzel terecht en brak de spilbalk. Jacob dreigde vanwege achteloosheid ontslagen te worden, doch kwam er uiteindelijk vanaf met ƒ 10 korting op zijn tractement. Jacob Agenant overleed op 6 september 1891.

In oktober 1891 werd Jb. van Schagen als molenaar aangenomen. Onder meer ook Jan Agenant had gesolliciteerd, mogelijk werd hij vanwege de spilbreuk niet gekozen.

De polder Schaapskuilmeer is in 1919 op verzoek van de toenmalige ingelanden gereglementeerd, er kwam een polderregelement. De wipmolen in de Schaapskuilmeer bemaalde in die tijd drie polders, te weten de Schaapskuilmeer (70 ha), Hossebosch (bijna 25 ha) en de Nieuwepolder (24 ha). De molen kreeg van de polders Hossebosch en Nieuwepolder d.m.v. duikers met schuiven water, en sloeg dit water vervolgens uit op de Raaksmaatboezem.
In de overeenkomst van 1 juli 1809 tussen de eigenaren van de Schaapskuilmeerpolder en de Nieuwepolder werd bepaald dat de ingelanden van de Nieuwepolder in verhouding met die van de Schaapskuilmeer in de kosten van het onderhoud zouden meebetalen en dat de kaden van deze twee polders onder gemeenschappelijk toezicht zouden staan.

Per 6 juli 1929 werd de overeenkomst met de Nieuwepolder ontbonden en kreeg de Nieuwepolder zijn eigen bemaling in de vorm van een windmotorinstallatie.

De voortgang van de techniek maakte de molen van de Schaapskuil overbodig. Na de openbare verkoping van de molen op 20 juni 1930 (Schager Courant), werd de molen gesloopt door J. de Waard uit Schiedam.
Op de fundering van de molen werd kort daarna het gemaal gebouwd. In 1936 was er een motorgemaal met een ruwoliemotor van 15 pk, met vijzel, capaciteit 18 m3 /min.

Bronnen:
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- De zeeweringen en waterschappen van Noordholland, derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- Drie generaties Agenant, molenaars in de Schaapskuil, art. door Piet Kleverlaan in Toendertoid, Stichting Waarland van Toen, nr. 9 nov. 1996.
- Toendertoid, Stichting Waarland van Toen, nr. 17 nov. 2000.
Piet Molenaar, 3 jan. 2013.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting.