Molen Duyvelsgatmolen / Quademolen, Delft

Delft, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Duyvelsgatmolen / Quademolen
modeltype
Ronde molen
functie
vuilwatermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11225
oude dbnr.
V2920
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 11225 Duyvelsgatmolen / Quademolen (Delft)
Tek.: n.n., coll. J. Vondeling

locatie

plaats
Delft
plaatsaanduiding
tegenover uitmonding Nootdorpervaart in Singelgracht, oostz. Delft thans Geerweg
gemeente
Delft, Zuid-Holland
streek
Delft
geo positie
X: 84431, Y: 448219
N: 52.01783, O: 4.35915

constructie

modeltype
Ronde molen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting
Inwendig scheprad
plaats bediening
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Ruim vijf eeuwen geleden werd daar een molen gebouwd, omdat het grachtwater daar “stillet blijvet leggen ende daerom lichtelijck stincke”

Het probleem der vuile grachten waarmee Delft steeds te maken heeft, is niet een vraagstuk van de laatste tijd. Dat het reeds eeuwen een zorg voor de stad Delft is geweest moge blijken uit het volgende:

Voor ruim 500 jaar nl op 13 juli (van Bleyswijck geeft abusievelijk als datum 13 juni) 1450 verkreeg de stad op haar verzoek van hertog Phillips van Bourgondië toestemming tot het maken van een molen, waarmede men het water uit de vesten en sloten zou kunnen trekken om het in de grachten te werpen, “omdattet water nu ter tijdt aldaer stille blijvet leggen ende daerom lichtelijck stincke”. Zo daarin niet voorzien zou worden konden de brouwers geen bier brouwen tot schade van hun nering en daarom ook van de stad. Het ingeworpen veenwater gaf bovendien, bij gebruik door de brouwers, een bijzonder lekkere smaak aan het bier waardoor het Delftse bier zijn weerga niet had in gans Holland.
De molen werd geplaatst aan de stadwal nabij de Geerweg, later het Duyvelsgat genoemd. Volgens Boitet zou het een molen zijn geweest die door paarden werd getrokken, zoals de voormalige grutmolens. Indien dit juist is, is de molen niet zo heel lang daarna verbouwd tot een molen die door wind werd gedreven . In een Keur uitgegeven in de 15e eeuw werd al van “de stenen molen tegenover de Geerweg” gesproken en op de oudste plattegrond van Delft, gemaakt in 1536 staat de molen reeds met wieken afgebeeld.
Ondanks het plaatsen van een tweede molen, voor hetzelfde doel, aan de wal tegenover de Nieuwe Langendijk, bleek spoedig dat bij droge zomers, na bemaling nog te weinig water in de grachten bleef staan, waarbij het kwam dat Rotterdam dan ten behoeve van de scheepvaart veel brak water inliet waardoor het ongeschikt was voor het gebruik van de brouwers. Het stads bestuur kreeg op zijn verzoek in 1473 van Karel van Bourgondië toestemming tot het laten maken van een duiker op de Leidsendam, een schotdeur bij Voorburg en een bij de Kastanje Wetering, waardoor men de waterstand in Delft naar behoefte kon regelen.

Vervolgens werden er verschillende keuren gemaakt om het water zuiver te houden, de lakenvolders moesten o.a. op hun erf een put hebben, bedijkt met harde grond zodat bij het vollen van het laken geen vuil in de grachten kon komen, niemand mocht “heymelicheden” (closets) hebben die in de grachten uitliepen, men mocht geen zeepsop in de grachten laten lopen (dit werd weggehaald door schuitenvoerders die ook al het op het water drijvende vuil moest opscheppen). Het was verboden de straten te schrobben naar de walkant toe opdat er geen vuil in het water terecht kon komen enz. enz.

Verbetering der Molens

Op 22 Augustus 1588 kwamen de heeren burgemeesters van Delft met Simon Stevin, de uitvinder van de zeilwagen, en Jan de Groot, later burgemeester van Delft, overeen dat zij aan de laatst genoemde heren 200 gulden zouden uitbetalen voor het nieuwe werk dat zij hadden gemaakt aan de molen op het Duyvelsgat.
Volgens een nieuwe methode was de molen zo verbeterd, dat hij drie maal zoveel water in de gracht wierp als voordien. Twee jaren later , op 15 Juni 1590, kregen genoemde heren weer 200 gulden voor de verbetering die zij aan de watermolen , tegenover de Nieuwe Langendijk, gemaakt hadden waardoor deze weer bijna tweemaal zoveel water uitmaalde als de molen aan het Duyvelsgat.
De molenaars, aangesteld door de stad, hadden vrij wonen op de molen en werden verder betaald naar het aantal dagen dat zij maalden en bovendien kreeg de molenaar die de molen aan het Duyvelsgat bemaalde nog een jaarlijkse vergoeding voor het openen van de bomen , hangende in de stadsvest, wanneer de turfschuiten en de schepen uit Nootdorp in- of uitvoeren.

De naam Duyvelsgat

Wanneer de naam Duyvelsgat ontstaan is en waarom is niet met zekerheid te verklaren. De molen die daar stond werd ook wel “Kwade Molen” genoemd.
Vermoedelijk hielden deze namen verband met de sterke stroom die daar ontstond door het uitmalen van het water. Op de plattegrond van Bleyswijck, gemaakt in 1678 staat de molen aan het Duyvelsgat zonder wieken; men vond het, toen de bierbrouwerijen in verval kwamen blijkbaar niet meer nodig om het water te verversen. De molen werd in 1702 gratis bewoond door Annetje en Maria Crippon en op 27 Augustus 1732 besloten de heren burgemeesters van Delft hem voor afbraak publiek te verkopen omdat het dak vervallen was en de kosten voor reparatie te groot waren

De molen tegenover de Nieuwe Langendijk werd in 1634 ingericht tot een volmolen ten dienste van de lakennering, 20 jaar later in 1653 kreeg David van der Piet toestemming op die plaats een windmolen te stellen, tot het maken van verf voor de plateel fabriek, deze molen kreeg daarna de naam van “Zeldenrust”
De molen is in 1860 afgebroken, hij was toen eigendom van de plateelfabriek “De porceleijne fles” en bekend als de trasmolen van Piccardt

Informatie van J. Vondeling

In 1678 afgebeeld zonder wieken en in 1732 is de vervallen molen door de stad verkocht. Mogelijk is de molen daarna verbrand.
Ook wel Kwaade Molen genoemd.

aanvullingen

trivia
Op de tekening: De molen aan het Duyvelsgat, met op de achtergrond het St. Clara klooster nabij de St. Clara toren (1536).