Foto: collectie DVM
Poldermolen van de Esse-, Gans- en Blaardorppolder
In 1866 ontstond door een fusie de polder Esse, Gans- en Blaardorp. De Blaardorpse molen werd toen van Ver-Hitland gehaald en als bovenmolen voor de poldercombinatie hergebruikt. De oude Essemolen, halverwege het land aan de Molenwatering, werd ondermolen.
Samen konden de twee schepradmolens het door het graven van de Nieuwe Waterweg veroorzaakte hogere lozingsniveau aan. En al was er slechts sprake van een fusie en het herplaatsen van een molen: men plaatste een gedenksteen, die nu nog te vinden is in het gemaal dat op de plaats staat waar vroeger de Blaardorpse molen stond als bovenmolen.
Op 3 februari 1922 berichtte de Nieuwe Tilburgsche Courant het volgende:
Te Nieuwerkerk aan den IJssel heeft een vreselijk ongeluk plaatsgehad, waarvan het 11-jarig zoontje van de molenaar G. van Vliet slachtoffer is geworden. Dicht bij de grote watermolen staat een klein molentje, dat dient om het water op peil te houden van enige sloten. De jongen was daar nu heengegaan om het molentje op gang te maken en had het ongeluk, dat zijn das tussen het kamrad kwam, waardoor de arme jongen gewurgd werd. De vader, bij de grote molen aan het werk, bevreemde het dat de molen weer stil stond. Hij ging op onderzoek uit en kwam tot de vreselijke ontdekking van het gebeurde.
Het slachtoffer was de 13-jarige Klaas Johannes van Vliet, geboren te Nieuwerkerk aan den IJssel op 08 januari 1909. Hij overleed op 28 januari 1922. (overlijdensakte en registratie openarchief / Streekarchief Midden-Holland)
Ingezonden door Caroline Schaeffer, 12 juni 2021
De laatste molenaar van de ondermolen was G. van Vliet.
In 1925 is op de plaats waar de bovenmolen stond, een nieuw gemaal gebouwd.
Goed zichtbare fundering met waterinlaten, picknickplaats.
