Inrichting:
1 koppel zestiender kunststenen
1 koppel zestiender blauwe stenen
1 buil op eerste zolder
1 mengmachine op de tweede zolder, beide aangedreven via de koningsspil
1 graanreiniger op vierde zolder
30 pk elektromotor als hulpmotor in aparte machinekamer aan de zuidwestzijde, kon via het spoorwiel alle machines aandrijven.
1 elevator van de eerste zolder naar de kapzolder, 1 elevator van de eerste naar de tweede zolder.
Baard van plaatijzer, groen geschilderd, wit afgebiesd, aan de onderrand flauw gebogen. Vermeldde in wit tussen de boeghouten: 1877.
Overbrengingen:
bovenwiel 60 kammen
bonkelaar 31 dollen, beide steek 10,9 cm
spoorwiel 78 kammen
steenschijf kunststenen 24 staven
steenschijf blauwe stenen 26 staven, alledrie steek 8,5 cm
overbrengingsverhouding bovenas:kunststenen 1:6,29
overbrengingsverhouding bovenas:blauwe stenen 1:5,81
| fabrikant | roenummer | positie bouw | fabricagejaar | jaar gestoken | positie | jaar verdwenen | lengte | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Pot | ✉︎ | 1690 | binnen | 1893 | 1893? | binnen | 1973 | 21,20 |
| Pot | ✉︎ | 2217 | buiten | 1912 | buiten | 1973 | 21,20 |
Buitenroede Pot no. 2217 uit 1912 (afkomstig van molen Waterschap Portengen Zuidzijde bij Breukelen). Binnenroede vermoedelijk Pot no. 1690, uit 1893.
1926 tot 1939 op de buitenroede zelfzwichting.
Binnenroede in 1934 gestroomlijnd en voorzien van remkleppen, systeem Van Riet.
Buitenroede met een stroomlijnneus.
| fabrikant | asnummer | fabricagejaar | jaar gestoken | jaar verdwenen | lengte | |
|---|---|---|---|---|---|---|
As 1103, De Prins van Oranje
|
✉︎ | 1103 | 1877 | 1877? | 1973 | 05,53 |
Vroeger stond even ten zuidwesten een open standerdmolen, in 1845 gebouwd en in 1863 iets in westelijke richting verplaatst.
Op 05-12-1876 verkochten de erven van Cornelia Remeyn-van 't Westeinde een perceel grond aan A. Remeyn Nzn. te Borssele, waarop hij in 1877 de molen stichtte. Voor zover bekend werd hier nooit windrecht betaald.
Op 15-03-1919 verkocht Remeyn de molen aan M. van Boven Mzn. te Yerseke. Deze ging op 7 mei 1954 een vennootschap onder firma aan met zijn zoon. De v.o.f. werd op 26 juni 1956 ontbonden, waarbij de molen werd toebedeeld aan P. van Boven.
Bijzonder opvallend was de ongeveer 50 cm brede gewitte band onder de kuiprand, dus vlak onder de kap. Afwijkend was eveneens de tuigage van de buitenroede: het hekwerk bestond alleen uit heklatten met één zoomlat, een herinnering aan de toen verdwenen zelfzwichting. Aan de zuidzijde van de molen waren enkele pakhuizen aangebouwd, waarvan in één een hamermolen en een trieur aanwezig waren.
De molen bleef in bedrijf tot juli 1960. In 1965 werd de buitenroede geheel van hekwerk en stroomlijnneus ontdaan.
Op 22-08-1966 verleende de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk op desbetreffend verzoek vergunning tot het afbreken van de wieken, kap, kruiwerk en stelling van de molen (Art.15 v.d. Monumentenwet).
Een gedeelte van het pakhuis was tot woning ingericht; aan de westzijde stond een kleine aanbouw en enige varkensstallen.
Bron om.: Zeeuws Molenboek 1972.
Nadat pogingen tot plaatsing op de monumentenlijst mislukt waren, werd de molenromp in oktober 1973 onttakeld en ontdaan van de kap, omdat deze gevaar opleverde voor de omgeving. Vooral het metselwerk was slecht.
Van de oorspronkelijke uitrusting van de molen resteren alleen nog het kruirad en een oude schoningsmachine. De molen wordt nu gebruikt als opslagruimte.
Rond de jaarwisseling 1992/1993 werd de molen tot stellinghoogte gesloopt (bron: De Windmolen no. 71, maart 1993).
Oud-molenaar Piet van Boven is onlangs overleden. De molen met het omliggende veevoerbedrijf wordt beheerd door zoon Rhijn van Boven.
Fot W. Jans, opn 04-09-2004
Fot W. Jans, opn 04-09-2004
foto onbekend, na 1973
Foto van Jaap Doets, opname 10 juni 1979
Foto Maarten Osstynn, 21 juli 2018
Het binnenwerk van de molen is gebruikt voor herstel van de molen De Hoop te Culemborg.
De bovenas bevindt zich tegenwoordig in molen Leonardus te Maasbracht , en niet in molen de Windlust van Roeven, zoals ook wel beweerd wordt.
De as heeft dus nog geruime tijd op reserve gelegen bij molenmaker Doornbosch te Adorp. Deze as, fabricaat Prins van Oranje nr. 1103 uit 1877, heeft dus een lange reis gemaakt, van Zeeland naar Groningen en daarna naar Limburg.
Kad. perceel D no. 1602.
Een ronde ongetailleerde bovenkruier. Twee verticale stellingpalen en twee schuine schoren, de andere stellingpalen steunden op het dak van het aangebouwde pakhuis.
Metselwerk bestond uit gele bakstenen van 15½-16½ X 7-7½ X 3½-4 cm.
Schoren en korte spruit van hout, lange spruit van ijzer.
Kruirad.
Diameter grondvlak: 6,40 m. Diameter kuip: 4,30 m. Aantal zolders: 5.
Foto onbekend, coll. DVM
Foto J.W. de Winter, opn 28-06-2007
Ansichtkaart, coll. DVM
.JPG "4, Molen 03561 Oranjemolen (Lewedorp), Foto H. Noot, opn 11-09-2015 | Database Nederlandse molens")
Foto H. Noot, opn 11-09-2015
Foto Jan de Witte, opn 11-11-1989
Foto Jan de Witte, opn 11-11-1989