Molen Rodenburger en Cronesteinsche polder, Cronesteinse molen / Rodenburgermolen voorganger, Leiden

Leiden, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Rodenburger en Cronesteinsche polder, Cronesteinse molen / Rodenburgermolen voorganger
modeltype
Ronde molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06499 g
oude dbnr.
V2596
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Leiden
plaatsaanduiding
aan weg noordwestzijde Rijn-Schiekanaal (Vliet)
gemeente
Leiden, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
Zoeterwoude
streek
Rijnland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zoeterwoude A (2) 91 De Kleine Roomburger polder
geo positie
X: 94505, Y: 462392
N: 52.14640, O: 4.50338

constructie

modeltype
Ronde molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
inrichting
Scheprad
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
herbouwd
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De molen staat langs de Kanaalweg, in de volksmond De Nieuwe Vaart, even buiten de Leidse Singels. De molen werd gebouwd in 1704 en na een brand in 1893 herbouwd. Mogelijk is een voorganger van de molen verloren gegaan in 1703 (toen was er een zware storm waar onder meer de Rooie Wip te Hazerswoude zijn bovenhuis verloor).

De molen bemaalde van oorsprong de Rodenburger- en Cronesteinsepolder. De polder wordt in twee delen gesneden door de Filosofen- of Stadsmolensloot. In het noordoosten ligt de Rodenburgerpolder, vroeger de Roomburgerpolder, en in het zuiden de Cronesteinsepolder. De polders werden in 1627 gecombineerd en werden bemalen door een molen die in het uiterste zuiden van het deel Rodenburgerpolder stond en uitmaalde op de Roomburgerwetering. Deze molen werd in 1704 van steen gebouwd.

De molen is in 1805 in brand geraakt en in 1806 herbouwd als ronde stenen grondzeiler. De rekeningen van de herbouw zijn bewaard gebleven in de archieven van het Hoogheemraadschap van Rijnland, in het bijzonder in de polderrekening over 1805. Hierin staat o.a. vermeld dat aan de brandspuyten van Zoeterwoude en Leyderdorp een bedrag van ƒ 21,- is betaald voor de bluswerkzaamheden.

Oorspronkelijk twee polders de (Roomburger-oude naam) of Rodenburgerpolder en Cronesteinsepolder. Polders in 1627 gecombineerd en oude molen vervangen door stenen grondzeiler in 1704.
Opnieuw verbrand en hersteld in 1893. Het NO-deel van de polder; Hooge Roomburgerpolder heeft rond 1615 een eigen molen gehad.

De molen had een houten as, zoals goed te zien is op onderstaande foto. Deze voorganger van de nog werkende Rodenburgermolen had een galgenhout, iets dat de huidige molen niet heeft. De opvolger van deze molen heeft een gietijzeren as en nieuwe Potroeden gekregen.

*Leidsch Dagblad, 11 september 1893
Het was gisteravond geruimen tijd bar weder: felle stralen hemelvuur, geweldadige onweersslagen, welke menigeen, zoowel buitens- als binnenshuis, met angst en vreeze vervulden, en dichte plasregens! Niet ten onrechte was men beducht voor onheilen; dit bleek weldra onder de gemeente Zoeterwoude, waar, door den bliksem, brand werd veroorzaakt in den watermolen van den Rodenburgerpolder.
Als dus de molen bewoond was geweest, had, zoo meldt men ons, de brand gestuit kunnen worden.
De vrijwillige brandweer van Zoeterwoude deed zoo spoedig mogelijk de noodige moeite om den brandenden molen te genaken, hetgeen wegens het moeilijke van het terrein, waar de molen stond, zeer bezwarend was.
Spuit No.3 van de Heerenstraat was het eerst aanwezig. Spuit No. 2 van den Hoogen Rijndijk begaf zich eerst naar eene nabijgelegen bouwmanswoning van G. Verdegaal, totdat men zeker was dat de vonkenregen, geen bezwaar meer opleverde, en vervolgens naar den steeds brandenden molen. Te 12 uren rukten de beide spuiten weder in en de Rodenburger molen was niet meer. De gemetselde romp is blijven staan, maar verder is bijna alles tot asch verteerd.
De bovenas staat op den kop op den kant van de Roomburger vaart.