Molen De Oude Zwan / De Oude Turk, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Oude Zwan / De Oude Turk
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01088
oude dbnr.
V1744
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 01088 De Oude Zwan / De Oude Turk (Zaandam-Oost)
Foto: coll. F. Rol

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Op de zuidkant van het schiereiland de Hemmes
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (1) 51 Klaas Honig, koopman
geo positie
X: 116408, Y: 497933
N: 52.46778, O: 4.81929

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
24 meter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
afkomstig uit Purmerend
verdwenen
1936 onttakeld 1945 kap en achtkant gesloopt 1984 restanten gesloopt
afkomstig van
geschiedenis
De Oude Zwan was een molen die afkomstig was uit Purmerend. De molen stond daar als oliemolen onder de naam De Zwaan aan de Beemsterringvaart. In 1722 werd De Zwaan in Purmerend afgebroken en verplaatst naar de Hemmes met behoud van zijn naam.

In het Oud Notarieel Archief Zaandijk op het Gemeentearchief Zaanstad (inv. nr. 6423) worden een zekere Willem Klaasz. - molenaar en een Grietje Dircks genoemd i.v.m. oliemolen De Zwan, in het jaar 1724 [*].

De eerste eigenaar van de molen was vermoedelijk Jan Tijse Groot. Op zijn naam werd de molen in ieder geval op 14 juni 1727 opgenomen in het olieslagerscontract voor ladingen. Deze collectieve brandverzekering werd op die dag opgericht en verzekerde de goederen die in de molen aanwezig waren. Bij brandschade moesten de deelnemers van dit contract een geldbedrag aan de gedupeerde betalen. Eigenaars van dubbele oliemolens betaalden ƒ 50, die van enkelwerks oliemolens betaalden ƒ 30. Jan Tijse Groot moest ƒ 30 betalen, dit is op zich vreemd omdat de Oude Zwan een forse molen was en dus met gemak een dubbel oliewerk kon herbergen, verder was de Zwaan in Purmerend ook ingericht als een dubbele oliemolen. Vermoedelijk staat het fout in het Gedenkboek van het Olieslagerscontract.
Op 1 juli 1733 werd in navolging van het OC voor ladingen, het OC voor opstallen opgericht. Wederom was het Jan Tijse Groot op wiens naam de molen werd verzekerd, er is dan sprake van “de moole de Swaan van Purmerent”.

Jan Tijse Groot bleeft tot 1742 met de molen werken en verkocht hem toen. In de navolgende periode kende de molen meerdere eigenaars voor lange of korte tijd. In 1786 werd de Oude Zwan het bezit van de Oostzaandammer olieslager Pieter Peijt. De voorouders van deze olieslager waren al lange tijd actief met de bij Haaldersbroek staande oliemolen “de Sint Lucas”, later sloeg Peijt ook olie met “de Zeeman” en “de Oude Dekker”. In 1809 verkocht de firma Pieter Peijt & Compagnon, na het overlijden van Pieter Peyt jr. de molen aan Simon Couwenhoven, die de molen na enkele jaren verkocht aan Cornelis Claesz. Honig.

Cornelis Honig was toen de grootste olieslager binnen de Zaanstreek, in totaal bezat hij ruim 20 oliemolens verspreid door de streek. Cornelis Honig overleed in 1845, zijn grote molenbezit werd daarna verdeeld onder zijn twee zonen Cornelis en Klaas Honig. Ook gingen enkele molens over naar Jacobus Kluyver, die was getrouwd met een dochter van Cornelis Honig.
Zoon Cornelis Honig kreeg uit de erfenis 10 oliemolens, waaronder de Oude Zwan. Nadat Cornelis Czn. Honig in 1870 overleed werden zijn bezittingen verdeeld onder zijn kinderen. Wie de Oude Zwan kreeg is onduidelijk.

Kort na de eeuwwisseling kocht Jan Huysman uit Koog aan de Zaan De Oude Zwan. Toen de meeste fabrikanten hun molens afstootten, begon Huysman nog een nieuwe olieslagersfirma. In korte tijd kocht hij de oliemolens “de Zaadzaaier”, “de Oranjeboom”, “de Prolpot”, “de Zeeman” en “het Zwarte Kalf”, alle staand op en rond de Hemmes in Oostzaandam. Met deze onderneming werd de basis gelegd voor de firma die tegenwoordig bekend staat als ADM Cocoa, voorheen Cacao de Zaan, een van de grootste cacaoverwerkende bedrijven ter wereld.
Later verloor Huysman twee molens, het Zwarte Kalf werd in 1908 verkocht aan Pieter Boorsma en Hendrik Evenblij, de Zeeman verbrandde in 1910.

Op 1 juli 1912 werd te Zaandijk het olieslagerscontract ontbonden. Deze verzekering, die 185 jaar had bestaan, kende op het laatst nog 8 deelnemers, die gezamenlijk 5 olieslagerijen bezaten en nog 8 molens. Jan Huysman bezat bij de ontbinding nog 4 oliemolens.
In het begin gebruikte hij de molens nog voor het slaan van lijnzaad, later omstreeks 1915 werden de molens gebruikt voor de verwerking van cacao-afvallen, die afkomstig waren uit zijn cacaofabriek. De oude manier van persen leverde nog steeds meer cacaoboter op dan de moderne persen in de fabrieken. Later veranderde dit, waardoor het doek definitief viel voor de resterende molens.

Omstreeks 1920 kreeg de Oude Zwan nieuwe eigenaars. De molen stond vanaf toen echter meer stil dan dat hij draaide. In 1923 kocht Jan Schuddeboom de molen voor ƒ 4000. Door het vermalen van diverse producten probeerde Schuddeboom nog een bestaan op te bouwen, wat gezien de tijd erg moeilijk was. Tijdens de jaren van stilstand werd er aan de Oude Zwan weinig tot geen onderhoud gepleegd. Schuddeboom moest de molen dan ook al na enkele jaren weer verkopen. De nieuwe eigenaar van de Oude Zwan was de firma Jan Schoemaker uit Zaandam, die in de schuur van de verbrande oliemolen “het Zwarte Kalf” een extractiefabriekje was begonnen. De Oude Zwan kwam onder zijn nieuwe eigenaar echter niet veel meer in bedrijf. Af en toe draaiden de wieken van de molen nog wel eens, maar dat was dan een zeldzaamheid.

Op 13 september 1936 werd de molen tijdens een zwaar onweer door de bliksem raak geslagen. Er brak geen brand uit, maar een van zijn roeden werd zwaar beschadigd. Enkele weken later, in oktober van dat jaar, werd besloten om de molen te onttakelen. De Oude Zwan verloor toen zijn overgebleven wiekenkruis, stelling, kap en staart. De overgebleven romp en schuur gingen dienst doen als opslag voor de firma Schoemaker. Het zwaar vervallen achtkant van de molen werd in oktober 1945 gesloopt. De onderbouw van de molen werd voorzien van een puntdak en bleef, samen met de schuur, zo staan tot 1984.
In het voorjaar van dat jaar werden de laatste restanten van de molen gesloopt. Tot enkele jaren terug waren er nog diverse restanten van de molen te vinden op zijn erf. De oliebakken waren herkenbaar, er lag nog een kantsteen, het doodbed van de stenen en het balkhout van het onderachtkant waren nog aanwezig. Later werd alles afgedekt met een flinke laag aarde.

In het einde van zijn boek “Zaanse windmolens” uit 1939 schrijft Pieter Boorsma de volgende tekst na het onttakelen van de Oude Zwan:
De amputatie is volkomen geslaagd; ontdaan van zijn vleugels, kop en staart, staat het oude Zwanenlichaam nu te prijken (?). Met zijn evenzoo behandelde collega “de Zaadzaaier” verhoogt deze misvormde molen het landschapschoon en het aanzien van de Hemmes niet. “Alles behalve!”
De in mei 1938 onttakelde oliemolen “de Oranjeboom” vormt, met de twee genoemde collega’s, in zijn nabijheid, een armzalig trio.
Deze en andere molenresten, alsmede de stilstaande, in staat van verwaarloozing verkeerende molens, welke hier en daar hun omgeving ontsieren, zullen nog wel eenige jaren blijven bestaan. Het ware echter te wenschen, dat deze “monumenten”, hoe eerder hoe beter, werden opgeruimd.
Beter geen zichtbaren herinnering aan vroegeren (molen) rijkdom dan eene, waarvoor iedere Zaankanter, op grond ook van andere overwegingen, dan die van al of niet voelen voor de molens en hunne historie, zich eigenlijk moet schamen, als een vreemdeling die aanschouwt.

Dit laat wel aardig zien hoe er aan het einde van de jaren dertig werd gedacht over het molenbehoud.

In 1984 werden de restanten van de Oude Zwan gesloopt door leden van de Vereniging “de Zaanse Molen”.
Een groot gedeelte van het hout dat afkomstig was van de schuur werd keurig gedemonteerd en opgeslagen bij “de Kat” aan de Kalverringdijk. Tijdens de sloop kwamen er diverse molenonderdelen onder de vloer vandaan zoals stampers en schoren.
Tijdens de restauratie van “de Kat” in 1985, werd de oude schrotenweeg aan de oostkant van de molen vervangen door weeghout dat afkomstig was de Oude Zwan. Verderwerd er met de verbouwing van de hut in de Kat ook een aanzienlijke hoeveelheid Zwanhout gebruikt. Toen in 1988 een stamperij werd gebouwd in de Kat, kreeg deze het oude ree van de Zwan in gebruik.
De oude onderslagen die afkomstig waren van de schuur van de molen werden in 1991 op maat gezaagd door “de Gekroonde Poelenburg” en gebruikt met de bouw van de droogloods.

Bronnen:
- “de Zaende” 6e jaargang 1951 blz. 343
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 330-331
- “250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 124
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 330-331
- “Over molens der familie Honig” P.Boorsma 1939 blz.163-164
- “Molens in de Zaanstreek in oude ansichten deel 1” T.Neuhaus 1987 blz. 50
- “Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz.141
- “Het Olieslagerscontract” R.Couwenhoven 2002 blz. 50/ 105
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “Zaanse windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 252-253
F. Rol

* Info Sander Vergouw, 27 mei 2018.

aanvullingen

trivia
Een straatnaam in de nieuwbouwwijk “plan Kalf” is vernoemd naar de Oude Zwan.

De scheldnaam van de molen luidde “de Oude Turk”, waarop dit duidde is niet bekend.
-----

Het restant van de molen, bestaande uit onderachtkant en schuur, werd in de winter van 1983 als openhaardhoutvoorraad gebruikt. Zodoende heeft de (toemalige) maalploeg van de Kat besloten om het restant dan maar zelf te slopen. De eigenaar was niet te achterhalen, dus ging men met toestemming van de Zaanse politie aan de slag. De bruikbare onderdelen werden weer voor de overgebleven molens gebruikt. Het krijthok van de Kat bestaat voor het grootste deel uit verzaagde vloerbalken van de schuur. Onderdelen van het olieslagwerk werden onder de vloer teruggevonden, en maken nu weer deel uit van de kapperij van de Kat. Zelfs de oostweeg (wand) van de schuur werd weer gebruikt ter vervanging van een redelijk moderne weeg van de Kat. De sloop zelf leverde veel informatie over de inrichting van de molen.
G. van Soest.
-----

De molen staat onder nr. 116 in het NH Molenboek 1981.