Molen De Geestmermeermolen / De Mearmin, Dokkum

Dokkum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Geestmermeermolen / De Mearmin
modeltype
muonts, grondzeiler
functie
inmaler
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10236
oude dbnr.
V16987
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Dokkum
plaatsaanduiding
aan het Geestmermeer nabij de Woudvaart
gemeente
Noardeast-Fryslân, Fryslân
streek
Dongeradeel
geo positie
X: 194245, Y: 592196
N: 53.31478, O: 5.97605

constructie

modeltype
muonts, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
houten vijzel, 1,17 m Ø
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
15,20 m; Oud-Hollands
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gedemonteerd
geschiedenis
Voor het regelen van de waterstand in zijn nieuw aangelegde park, gebruikte eigenaar Pier Prins eerst een windmotor. Maar hij was op zoek naar een originele muonts, want in zijn jeugd werkte hij bij timmerman/molenmaker Jan van der Meulen te Bornwird. Hij kocht de restanten van de molen van Sytsma's polder (voorheen polder Van der Veen) te Roodkerk, die al in 1962 was afgebroken en opgeslagen.

De molen werd in 1968 op initiatief van de heer Prins en onder toezicht van De Hollandsche Molen, door molenmaker Auke de Roos uit Leeuwarden gebouwd op kadastraal perceel Dokkum D 649, en was samengesteld uit onderdelen van diverse gesloopte Friese molens. De meeste onderdelen kwamen van de in 1966 afgebroken molen van de polder Van der Veen (polder 117) te Roodkerk. Daar was de houten bovenas gebroken, deze werd vervangen door de gietijzeren as van de molen van Kolkhuizen bij Birdaard (De Boers polder). Van een afgebrande molen bij Aduard werd de vijzel gebruikt. Prins kocht voor ƒ 20 twee oude zeilen van de Beintema-poldermolen bij Westergeest (die hij eerst geprobeerd had te kopen om naar de Geastmermar te verplaatsen), twee andere zeilen maakte mevrouw Prins zelf.

De molen, die later De Mearmin werd genoemd, ging dienen als inmaler voor het natuurgebied Geestmermeer, molenaars waren Pier Prins zelf, D. Holwerda en enkele vrijwilligers. Maar na verloop van tijd raakte de omgeving steeds meer verbost. In 1990 werd de molen aangemerkt als beschermd monument. In 1994 zag het er nog redelijk uit; daarna raakte deze molen in verval en in 2009 was de molen haveloos: toen waren zowel de bekleding van kap als achtkant deels verdwenen en hadden regen, wind en vandalen vrijwel onbeperkt toegang.

In 2004 had Gijs van Reeuwijk in overleg met de toenmalige eigenaar P. Prins een compleet restauratiebestek gemaakt, de RCE zegde subsidie toe, maar ambtelijke molens malen langzaam .... De heer Prins wilde terrein incl. molen aan de gemeente verkopen. Maar ca. begin 2007 werden Durk van der Meij uit Hallum en Epie Kooistra uit Dokkum de nieuwe eigenaars.
In december 2011 werden de beide houten roeden gestreken en het achtkant in plastic verpakt, om het voor verder verval te behoeden. Openluchtmuseum De Sûkerei in Damwoude toonde belangstelling voor de molen en wil hem een functie geven op het museumterrein. In de nacht van 17 op 18 maart 2014 werd het molentje eindelijk voor herstel verplaatst naar molenmakerij Van Hiemstra te Tzummarum. Recent zijn twee zeer gedetailleerde tekeningen van Anton Sipman opgedoken, die goed van pas komen bij de restauratie/reconstructie.

Bronnen:
- Nederlandse Molendatabase.
- informatie van de nieuwe eigenaar, via DHM.
- Facebookpagina Van Reeuwijk bouwmeester.
- artikel van Warner B. Banga, Nieuwe Dockumer Courant 5 april 2007.

aanvullingen

trivia
De molen had een neutenkruiwerk met 16 neuten, kruihaspel; vlaamse vang; vangbalk met duim; vangstok; houten vijzel diameter 1,17 m;bovenwiel 50 kammen, steek 9,2; Onderwiel 37 kammen; vijzelwiel 34 kammen, 9,1 steek; overbrengingsverhouding 1:1,88.