Molen Standerdmolen van Rosmalen, Rosmalen

Rosmalen, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Standerdmolen van Rosmalen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
15310
oude dbnr.
V15310
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 15310 Standerdmolen van Rosmalen (Rosmalen)
Detail van onderstaande prent

locatie

plaats
Rosmalen
plaatsaanduiding
onzeker
gemeente
's-Hertogenbosch, Noord-Brabant
streek
Meierij van 's-Hertogenbosch
geo positie
X: 153589, Y: 411543
N: 51.69267, O: 5.36680

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
gesloten voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Er zijn aanwijzingen in de huidige molen die doen vermoeden dat de molen (of een groot aantal onderdelen ervan) reeds vele jaren daarvoor op een andere plaats heeft gestaan. Het is niet vreemd voor die tijd dat een molen in zijn geheel werd afgebroken en soms vele kilometers verder weer opgebouwd. De constructie van deze houten molens liet zoiets gemakkelijk toe.

In 1377 was er al sprake van: een windmolen, een crijtermolen en een watermolen. De windmolen werd verhuurd door Rutger de Cort, aan dezelfde huurder als de watermolen in Engeland. Volgens een document lag de molen tussen Rosmalen en Berlicum.

"Van de Rosmalense windmolen is door de Bossche Protocollen B.R. 1260 nr. 372 bekend gebleven dat de pachter van die molen en van de watermolen onder Engeland aan zijn pachtheer Jan Heym krachtens de overeenkomst van 9 april 1491 moest leveren o.a. 'enen dach of twee voer Dertienmisse enen zester roggenmeels tot peperkoeckmeel'. Jan Heym wilde dus met Driekoningen zich met de zijnen graag aan peperkoek te goed doen."
Bron: De Brabantse Molens.

In 1563 kreeg Wijnant van de Wijngaarde toestemming de molen i.v.m. windbelemmering door bomen en huizen te verplaatsen.
Op 1 september 1628 werd de molen gekocht door het klooster Coudewater.
In 1629 werd de molen geconfisqueerd.

De oudste kaart waarop een windmolen is getekend, is die van Blaeu uit 1644. De molen staat zuidelijk van Rosmalen, kennelijk waar de molen aan de Molenstraat te vinden is.
Hendrik Verhees geeft op dezelfde plaats een molen aan. Blaeu situeert zuidelijk van Coudewater (aangegeven als "Ouwater"), oostelijk van de Aa nog een andere molen. Op deze plaats geeft Verhees geen molen aan, echter wel westelijk van de Aa. Dit betreft 't Klein Molentje van Den Dungen, dat reeds bestond in 1714.

In 1692 is er sprake van een rosmolen bij Coudewater en in 1703 wordt een zekere Cornelis Couwenbergh genoemd als molenaar op de koren-windmolen.

Er is in het Noordbrabants Museum van Den Bosch een prent van Van Berckenrode waarop Rosmalen anno 1600 wordt afgebeeld en waarop een standerdmolen is te zien.

In de nacht van 12 op 13 november 1688 brandde de molen geheel af. De molen werd later, in ieder geval na 1703, aan een particulier verkocht.

Op 12 december 1740 werd de molen opnieuw verwoest, nu door storm.

Op 1 juni 1741 was de molen weer in bedrijf, dit moet dan de huidige molen zijn. De enige nog bestaande windmolen, de standerdmolen aan de Molenstraat, werd volgens de geschiedenisboeken in 1732 op de huidige plaats gebouwd.