Molen De Vlinder, Aardam

Aardam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Vlinder
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
01008
oude dbnr.
V1506
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 01008 De Vlinder (Aardam)

Deel van ansichtkaart, coll. DHM

locatie

plaats
Aardam
plaatsaanduiding
aan de rivier De Aar
gemeente
Nieuwkoop, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
Ter Aar
streek
Rijnland
geo positie
X: 108730, Y: 464456
N: 52.16632, O: 4.71091

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
versieringen

Dit molenrijmpje was vroeger te vinden in deze molen:

Een molenaar, die goed wil malen,
Moet goed op zijn stenen letten,
Dan leert hij goede kerven zetten,
En maalt men graan tot meel,
Voor rijk en arm is evenveel,
Maar die mij in 't weekend komt bezoeken,
Vindt blote benen en vuile broeken.


Bron: de Molen in ons Volksleven van A. Bicker Caarten

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1927 onttakeld 1978 na restant gesloopt
geschiedenis

Nadat de molen al in de jaren twintig van de vorige eeuw van wieken en kap werd ontdaan, volgde algehele afbraak enkele jaren nadat de gemeente Ter Aar in 1978 eigenaar van de molen werd.

Het stichtingsjaar van de korenmolen van Ter Aar is niet bekend. Wel is zeker dat de molen aan het begin van de zeventiende eeuw al bestond, omdat de molen voorkomt op de kaart van Floris Balthasars, die in 1615 verscheen. De molen stond aan de Aar, onder Korteraar. De eerste vermelding in de archieven dateert van 1674.

Gerrit Gerritsz Oudewater wordt dan in het kohier van het familiegeld aangeduid als molenaar. Vijf jaar later noemt het kohier van de verponding hem als eigenaar van de korenmolen. Gerrit had in Ter Aar niet alleen de korenmolen in eigendom. Hij bezat verschillende percelen land en bovendien een aantal huizen.

1680 Hij werd in het kohier op het gemaal van 1680 aangeslagen in de categorie “kapitalisten” en behoorde dus financieel gezien tot de bovenlaag van Ter Aar. 

In 1711 werden de onroerende goederen uit zijn boedel verkocht. De molen werd eigendom van Joost Vasse van Ardenne, die in Ouderkerk aan den IJssel woonde. Gelijk met de molen kocht hij de daarbij behorende gereedschappen, een huis en erf en een korenschuur. Van Ardenne betaalde hiervoor 4.500 gulden. Bovendien moest hij jaarlijks vier gulden tien stuivers aan de Grafelijkheid betalen voor windrecht. Van Ardenne was zelf geen molenaar op de korenmolen. De molen werd in de jaren dertig van de achttiende eeuw bemalen door Carel van Erpekum.

1734 Van Ardenne’s schoonzoon Jan van Erpekum kocht de helft van de molen in 1734 uit de nalatenschap van zijn schoonouders. De andere helft zal hij in bezit gekregen hebben door vererving uit dezelfde nalatenschap. 

Jan van Erpekum verkocht in 1741 de korenmolen voor 5000 gulden aan de in Bleiswijk wonende Alida van der Put, echtgenote van Pieter Lomaijer. Bovendien kocht zij van Jan en Carel van Erpecum voor 1.000 gulden het naast de molen gelegen huis, erf en zomerhuis. De nieuwe eigenares verhuurde de molen aan de in Ter Aar wonende korenmolenaar Pieter van Wijk. Hij huurde de molen vier jaar lang voor 200 gulden per jaar. De molen zal wel licht in minder goede staat zijn geweest bij aanvang van de huur. De verhuurders moesten namelijk zorg dragen voor reparatie van de vloer en de beglazing. Bovendien werd het dak van de molen dichtgemaakt op hun kosten.
Kort voor de afloop van de huurperiode met Van Wijk, verkocht Alida van der Put de molen. De nieuwe eigenaar werd Simon van der Seijde, die de molen zelf bemaalde. Samen met het huis, erf en zomerhuis bedroeg de koopsom 6530 gulden en 10 stuivers.

1750 Verkocht Van der Seijde de molen met het huis en zomerhuis voor 3.150 gulden aan de in Boskoop wonende Egbert van der Horn, die voor de aankoop een lening van 1.500 gulden afsloot bij Alida van der Put. Egberts zoon Jacob van der Horn werd de nieuwe molenaar.

1751 Een jaar later, juli 1751, kreeg Jacob de molen met huis en zomerhuis in eigendom door de overname van de schuld die zijn vader bij Alida van der Put had en inmiddels nog 1400 gulden bedroeg. In dezelfde maand trouwde hij met Marijtje Stierman. 

1766 Na het overlijden van Jacob, in maart 1766, verkocht zijn weduwe de korenmolen met toebehoren, waaronder vier billen, een huis, erf en zomerhuis aan Gerrit IJdo. Gerrit betaalde hiervoor 5500 gulden door middel van een schuldb rief. 

1787 schonk Gerrit schonk de molen met aanhoren, huis, erf en zomerhuis, aan zijn zoon Hendrik die daarbij de schuldbrief, waarop nog niets was afgelost, voor zijn rekening nam. Hendrik IJdoo verkocht in 1792 de molen met huis, erf, zomerhuis en schuur, samen met een perceel land in de Middelpolder voor 14.000 gulden aan de Aarlanderveense veenman Leendert van Leeuwen. Leendert kocht de molen om zijn dochter Marijtje en zijn aanstaande schoonzoon Petrus Francois van den Steen aan een broodwinning te helpen. Een dag na het transport van de molen gingen zij in ondertrouw. Petrus werd de nieuwe korenmolenaar.

1808 Toen de nalatenschap van Leendert van Leeuwen in 1808 werd verdeeld, werden Petrus en Marijtje eigenaar van de korenmolen. 

In 1845 verkochten zij de molen met huis, schuur en erf voor 8000 gulden aan Leendert Vermaas, die niet lang plezier van de molen had. In de vroege ochtend van 13 december 1846 brandde de molen af.

Alleen de molenromp overleefde de brand. De molen werd in 1847 herbouwd.

1853 De nieuw opgebouwde molen werd in 1853 voor 9.000 gulden door Leendert Vermaas verkocht aan de Hazerswoudse korenmolenaar Cornelis Bartholomeus Braat. Tien jaar later, in mei 1863, verkocht Braat de molen voor dezelfde prijs aan de Ter Aarse grutter Gerrit Baas. De molen werd toen aangeduid als koren- en pelmolen en droeg de naam “de Vlinder”. Braat moest beloven dat hij zich in de omtrek van twee uur, te rekenen van de Aardam, niet meer als korenmolenaar zou vestigen. 

1923 De korenmolen bleef tot 1923 eigendom van de familie Baas. Arie Baas verkocht de molen in dat jaar aan de Ter Aarse koopman Hendrikus Georgius Vis. Hij ontdeed de molen in 1927 van kap, wieken en stelling. De maalderij was toen al voorzien van een petroleummotor. In 1963 volgde verkoop van de molenromp aan de expediteur Gerrit Heijns. De laatste eigenaar was de gemeente Ter Aar, die de molenromp in 1978 kocht en deze enkele jaren daarna liet afbreken. 

Bronnen:
SARM; Rechterlijk archief Ter Aar; Notarieel Archief tot 1843 Ter Aar; Notarieel Archief 1843-1895 Oudshoorn en Aarlanderveen; Gemeentearchief Ter Aar tot 1930; idem vanaf 1930. Kadastrale registratie Ter Aar.
Informatie van Willem van der Hoeven, 12 juni 2008

Martijntje van der Horn werd geboren in Langeraar (ZH) Ter Aar, dochter van Jacob Egbertsz van der Horn en Anna Maria (Marijtje) Stierman. Zij werd gedoopt op 6 september 1753 in Langeraar (ZH) Ter Aar. Martina trouwde, 23 jaar oud, op 27 juli 1777 in Leiden (Heemstede) met Maarten de Vries, 36 jaar oud. Maarten was geboren in Heemstede, zoon van Jacob de Vries en Gerritje Piraat. Hij werd gedoopt op 23 april 1741 in Heemstede.
Hun zoon Egbert de Vries werd geboren in Koudekerk a/den Rijn, zoon van Maarten de Vries en Martijntje van der Horn. Hij werd gedoopt op 12 nov. 1786 in Koudekerk a/den Rijn. Egbert overleed op 31 dec. 1858 in Haarlem, 72 jaar oud. Egbert was houtzaagmolenaar te Haarlem/Haarlemmerliede, zie Tenbruggencatenummer 03140 a.

Theo de Vries, 15 aug. 2014.

nog waarneembaar

De Ter Aarse sporthal, gelegen aan de westkant van de Aar, heeft de naam “De Vlinder”.

De naam is afkomstig van de korenmolen, die tegenover de sporthal aan de oostkant van de Aar stond, eeuwenlang het dorpsbeeld heeft bepaald.