Molen Sint Joseph / Molen op Heide, Venray

Venray, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Sint Joseph / Molen op Heide
modeltype
Ronde molen, beltmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03517
oude dbnr.
V1225
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 03517 Sint Joseph / Molen op Heide (Venray)
Foto: n.n., collectie Bart Jongsma

locatie

plaats
Venray
plaatsaanduiding
gemeente
Venray, Limburg
plaats(en) voorheen
Heide
streek
Noord-Limburg
geo positie
X: 194181, Y: 390813
N: 51.50497, O: 5.95154

constructie

modeltype
Ronde molen, beltmolen
krachtbron
wind
functie
romp
ronde bovenkruier
plaats bediening
beltmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Negentien boeren van het gehucht Heide besloten in 1904 de "Coöperatieve St. Joseph's molen" op te richten. In de statuten van de oprichtingsakte, verleden voor notaris M. Linssen te Venray op 6 februari van dat jaar, was onder andere bepaald dat het de leden verboden was op straffe en boete, door het bestuur te bepalen en vast te stellen, elders dan aan de St. Josephmolen hun graan of vruchten te laten malen.

Een vooruitziende medewerker schreef in het Venrayse weekblad 'Peel en Maas' van 9 februari 1904 naar aanleiding van geruchten die kort daarna werkelijkheid werden: 'Als men nagaat dat hiermede het getal graanmolens reeds stijgt tot tien, dan wordt het duidelijk, dat de meeste voordelen van het molenaarsvak verkeken zijn. Met dit alles komen we tot de overtuiging, dat de coöperatie tegenwoordig een schrikbarende macht is, welke op de duur de neringdoende middenstand met vernietiging bedreigt'. Soortgelijke ontwikkelingen deden zich later ook in andere plaatsen voor. Het waren echter vooral de coöperatieve motormaalderijen in de jaren twintig, gevolgd door de coöperatieve maalderijen met een elektrische hamermolen in de jaren dertig, die de grootste slag aan de molenaars zouden toebrengen.

In 1904 werd de bouwvergunning verstrekt en kon de molenmaker Jan Wijnhoven met de bouw beginnen. Slechts ruim drie maanden hadden de metselaar en de molenmaker voor de bouw nodig. Op 9 juli 1904 werd de molen in bedrijf gesteld.

Het was een forse windmolen met een vlucht van 26 m. De roeden, molenas, en het gang- en maalwerk met twee koppel stenen waren afkomstig van de Gasthuismolen op de Tolhuiswal in Tiel, die reeds geruime tijd stilstond. De Tielse molen was in 1722 gebouwd. Op het einde van de 19e eeuw werd zijn taak door een stoommolen overgenomen. De molen op Heide stond prachtig in het landschap en heeft gedurende zijn bestaan uitsluitend van windkracht gebruik gemaakt.

Als molenaar werd Piet Simons aangetrokken. Hij werd in 1936 opgevolgd door zijn zoon, die reeds van 1922 af zijn vader op de molen behulpzaam was. De molen maalde overigens niet alleen voor de aangesloten leden van de coöperatie maar voor iedereen; als maalloon werd 1/25 deel geschept. In 1925 nam de Limburgse Land- en Tuinbouw Bond (L.L.T.B.)- afdeling Heide de molen voor 5000 gulden over van de coöperatie. De coöperatieve werksfeer werd weliswaar vergroot, maar de molen werd weinig gebruikt.

Na 1925 werd de molen al bijna niet meer gebruikt.

Een snelle Britse opmars uit het westen verraste de Duitse troepen in oktober 1944, zodat zij geen gelegenheid hadden de molen op te blazen. Ook na de bevrijding van Heide was de afstand voor hen te groot geworden en de verdediging te sterk om ongehinderd door de linies te komen en hun vernielende taak alsnog uit te voeren. Na de oorlog werd met het malen in het naast de molen staande pakhuis weer begonnen zodra krachtstroom beschikbaar was. Sedertdien is de windmolen niet meer in bedrijf geweest en raakte hij steeds meer in verval.

In april 1954 nam het bestuur tijdens een vergadering van de L.L.T.B.-afdeling Heide het besluit om de molen te slopen. De Vereeniging 'De Hollandsche Molen", de bond Heemschut en de gemeente Venray drongen er bij het bestuur op aan de molen uit landschappelijk oogpunt te behouden. De initiatieven hadden echter geen succes. De herstelkosten waren voor de L.L.T.B.-afdeling, die blijkbaar de kosten zelf moest dragen, te hoog opgelopen.
In het voorjaar van 1958 volgde de afbraak. De molen bezat toen nog één koppel stenen en de molenberg was reeds gedeeltelijk weggegraven.

In die tijd had molenaar Van den Bergh te Afferden, die zijn molen door oorlogsgeweld had verloren, de plannen voor nieuwbouw kunnen afronden. Zijn zwager, de molenmaker Hubert Beijk in Afferden, kocht hiervoor de St. Joseph's molen om met de onderdelen de nieuwe molen in Afferden 'Nooit Gedacht' genaamd, te verwezenlijken.

De molen van Venray-Heide is in 1958 afgebroken t.b.v. de herbouw van de molen in Afferden (Tenbruggencatenummer 06904). De as ging naar Afferden.
Info: De molens van Limburg p. 574-575.