Molen De Korenaar (voorganger), Sexbierum/ Seisbierrum

Sexbierum/ Seisbierrum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
De Korenaar (voorganger)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06907 u bis
oude dbnr.
V11077
Meest recente aanpassing
| Foto
media-bestand
Molen 06907 u bis De Korenaar (voorganger) (Sexbierum/ Seisbierrum)

Klaas van Dieken

locatie

plaats
Sexbierum/ Seisbierrum
plaatsaanduiding
gemeente
Waadhoeke, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Sexbierum C (3) 499 Thijs Hendriks Bakker, molenaar
geo positie
X: 161801, Y: 581740
N: 53.22223, O: 5.48903

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
70 voet/ 20,72 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

Op 22/23 nov.1726 is de voorganger, een standerdmolen verbrand.

 Op 03-12-1727 de aanbesteding plaats van de nieuwe molen voor molenaar Geert Allerts, ditmaal beoosten het dorp. Dit was vermoedelijk een stellingmolen, hij werd voor 1616 carolusguldens en 10 stuivers gebouwd door meester molenmaker en aannemer Steffen Lolkes uit Wolsum. 

Na enkele jaren huurder te zijn geweest, kocht Ids Haijes de molen. Verdere eigenaars zijn ook bekend gebleven.

04-01-1861, Leeuwarder courant
"VERKOOPING TE SEXRIERUM.
De Notaris A. WITHOLT te Sexbierum zal op Woensdag den 9 Januarij 1861, des namiddags ten 4 uur, in de Herberg van Barends te Sexbierum , finaal verkoopen :
1. Een zeer beklante en in de laatste jaren veel verbeterde ROG- en PELMOLEN, met WOONHUIZINGK en Erf staande en gelegen aan de Weg en Vaart onder Sexbierum; thans bij Jurjen van Dieken in huur voor ƒ 575 in het jaar."
Reinder Dirks Hamming verkocht in 1861 de molen ƒ 4545 aan Jurjen van Dieken.

27-03-1874 Op vrijdagavond  werd de molen van molenaar Jurjen Jurjens van Dieken, waarschijnlijk door het heetlopen van de bovenas, in enkele uren tijds volledig in de as gelegd. Er verrees weer een nieuwe, de nog bestaande De Korenaar. Dat was een gebruikte molen uit 1868, maar onbekend is waarvandaan (*). 

Bronnen:
- "De Korenmolen te Sexbierum" door J. Goodijk, aangehaald in De Utskoat nr. 54, juni 1989.
- "Geschiedenis van de molen in Seisbierrum", art. door Michiel de Ruiter in De Utskoat nr. 134, juni 2009.

aanvullingen

trivia

(*) Mogelijk Tenbruggencatenummer 09186 uit Almelo?
---
Het volgende is overgenomen uit een origineel schriftje gedateerd 1845, van molenaar Thijs Hendriks Bakker. Hij was molenaar gedurende de periode 12 mei 1828 tot 1826. Ingestuurd door Piet Bakker, (ver) achterkleinkind van Thijs Hendriks Bakker.

"Wij hebben 5 jaren in de Bakkerij gewoond en ook ons bestaan gehad toen verkogt ik de Bakkerij en kocht de molen namelijk de rogen pelmolen te Sexbierum van Jan J. Bruinsma voor zesduisend Gulden 12 meij 1828 naar de molen en hier gedurende 8 Jaren een goed bestaan gehad hebbende dese weder verkocht aan Anne G. Anema voor zijn dogter en schoonzoon Hans H. Fokkema voor de zom van achtduisend en tweehondert Gülden dese molen verkogt ik vooreerts omdat hij heel oud was en aan Zware ripperatien toe was zooveel had ik met het vak niet gewonnen dat dit er af konde en dan zoude ik met geld negasieren mij diep in de schuld gestoken hebben waarvoor ik vreesde immer weer uit te komen ten tweede de goede gelegenheijd om te verkopen tegen dien prijs althans het is gebleken dat gemelde Fokkema er maar een groot jaar molenaar is geweest en met timmeren en andere verliesen er zeker wel drieduizend gulden op verloren heeft een geluk voor die mensen zij behoef den er niet anders om te zien. ik volgde het bekende Spreekwoord niet op Schoenmaker hoü ü bij ü leest maar ik meende hier ook al goede redenen voor te hebben haet geschiede niet in lavheijd maar wel met goede bedachtzaamheijd als met opzien tot hem die al onse lot gevallen in zijn hand heeft 1836 Kocht ik een huis No 3. te Sexbierum voor mijn vrouwes Grootouders (moeders zijde) hier in 1808 nieuw gezet voor ƒ 1200,00 hierin gingen wij wonen een vern bürgerhüis en toen nam ik de kooltjerij bij de hand kocht ook 12 pond best bouwland voor ƒ 2900,00."
-----
Als aanvulling op wat molenaar Bakker in het schriftje schreef kunnen de feiten uit de toegang op de Friese notariële archieven dienen:

inv.nr. 41005 aktenr. 348, d.d. 24 maart 1814
Arjen Dirks Bakker te Sexbierum verkoopt de rogge- en pelmolen te aldaar voor 6000 gulden aan Jan Jacobs Brunia en zijn vrouw Eelkje Johannes Ymessen uit Franeker.

inv.nr. 40017 aktenr. 3246, d.d. 19 juni 1828
Jan Jacobs Brunia en zijn vrouw Eelkje Johannes Ymessen te Kimswerd verkopen de molen met nr. 131 te Sexbierum voor 4000 gulden aan Thijs Hendriks Bakker te Sexbierum.

inv.nr. 105010 aktenr. 4, d.d.1 februari 1836
Thijs Hendriks Bakker te Sexbierum verkoopt de helft van de rog- en pelmolen c.a. aldaar voor 3500 gulden aan Antje Jans Zijlstra, weduwe Hendrik Gerrits Fokkema te Dongjum.

inv.nr. 105010 aktenr. 5, d.d.1 februari 1836
Thijs Hendriks Bakker te Sexbierum verkoopt de helft van de rog- en pelmolen c.a. aldaar voor 3500 gulden aan Anne Pieters Anema aldaar.

inv.nr. 105010 aktenr. 54, d.d. 25 mei 1837
Anne Pieter Anema te Sexbierum en Antje Jans Zijlstra, weduwe Hendrik Gerrits Fokkema te Dongjum verkopen de rog- en pelmolen c.a. te Sexbierum voor 6900 gulden aan Gentius Barends en zijn vrouw Johanna Cornelia Outhuys te Sexbierum.

inv.nr. 41045 aktenr. 256 en 271, d.d. 6 december 1851
Gentius Barends te Sexbierum verkoopt voor zich en in kwaliteit de rog- en pelmolen aldaar voor 7510 gulden aan Reinder Dirks Hamming uit Burum.

inv.nr. 117010 aktenr.: 3 en 6, d.d. 9 januari 1861
Reinder Dirks Hamming te Sexbierum verkoopt de rog- en pelmolen aldaar voor 4545 gulden aan Jurjen Jurjens van Dieken aldaar.

Op 14 oktober 1843 werd de molen door blikseminslag getroffen, maar gelukkig werd het ontstane vuur snel ontdekt en meteen gedoofd. Dat was anders bij het warmlopen op 27 maart 1874. Dat de vervangende molen toen helemaal uit Almelo kwam is niet erg waarschijnlijk, mede omdat dat een (wellicht kleine) poldermolen was.
Van Dieken kreeg nog in 1874 toestemming voor de herbouw en zal zo spoedig mogelijk een andere molen gehad willen hebben. Vier maanden na de koop in 1861 van de toen afgebrande molen had hij geld geleend van vier mensen en bij drie van hen leende hij 3000 gulden op 29 april 1876. Ik denk daarom dat al rond de jaarwisseling 1875-1876 de vervangende molen in werking is gekomen.

Dick Bunskoeke, 30 jan. 2021.

foto's

foto's