Molen van Smit, Pesse

Pesse, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Smit
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
02752 d
oude dbnr.
V104
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 02752 d Molen van Smit (Pesse)
Foto: n.n., collectie J.N.J. Vondeling

locatie

plaats
Pesse
plaatsaanduiding
Dorpsstraat 26
gemeente
Hoogeveen, Drenthe
geo positie
X: 226673, Y: 532251
N: 52.77282, O: 6.44929

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1926 ontwiekt 2018 gesloopt
geschiedenis

In 1645 is in opdracht van de Staten van Drenthe een molentelling gehouden. Hierbij staat vermeldt: in Pesse één molen, eigenaar Jan Tissinge. Ook in later eeuwen is er regelmatig sprake van een molen in de Marke van Pesse, staande aan de Zuidzijde van de Pesser-es, wat nu nog Molenhoek heet. Deze molen had het alleenrecht voor 30 jaren als pelmolen.

CA 1858  laat Jan Camphuisen deze molen afbreken. Vermoedelijk zijn onderdelen gebruikt voor de bouw van een stellingmolen aan de Willemskade te Hoogeveen. 

In 1862 vroeg Johannes Hartsuiker, molenaarsknecht wonenende te Ruinen, vergunning aan voor de bouw van een molen gelegen op een perceel grondt gelegen te Pesse, en kadastraal bekend in de gemeente Ruinen in sectie E. No. 362. Toestemming werd verleend mits dat de te bebouwen molen ten minste zestig (60) ellen van openbare wegen zal moeten verwijderd zijn, indien de roeden niet boven zwikstellingen zullen draaijen, en tenminste dertig (30) ellen wanneer dat wel ’t geval mogt worden. 

In dien Hartsuiker binnen het jaar geen gebruik gemaakt zou hebben van de aan hem verleende vergunning kwam deze ter vervallen. De gemeente Ruinen zou daar op toezien: afschrift dezer toezenden aan: Burgemeester en Wethouders van Ruinen tot informatie en met uitnoodiging om na verloop van een jaar te bezigtigen, of aan deze vergunning aldan niet is gebruik gemaakt.

Het bouwwerk werd opgetrokken aan het begin van de dorpsstraat. Omdat terplaatse destijds nog weinig windbelemmering was en de molen op een hoog punt van de es (12 meter boven NAP) kwam te staan werd hij als grondzeiler gebouwd, achtkant, met een naar oude foto’s geschatte vlucht van zo’n 18 meter.

In December 1886 blijkt uit advertenties in de Meppeler Courant dat de molen met bijgelegen woning en bouwland, ten verzoeke van de kinderen van Wijlen Johannes Hartsuiker en zijn vrouw geveild wordt.
Koper wordt (vermoedelijk omdat hij bij de molen had ingezet) Piet Mulder, winkelier te Beilen. Of deze man, of iemand anders de molen in gebruik heeft genomen is niet bekend. Maar in Augustus 1909 werd de molen verhuurd aan Albert Smit.
Tot dan toe molenaarsknecht in Loon nabij Assen bij molenaar Westerling.
Op 13-05-1919 kocht de huurder de molen, het woonhuis en 2,5 ha. Bouwland en turfveen zonder ondergrond te Nuil voor de somma van fl. 5500,--

In 1921 laat Smit een HA-ES stationaire 20 pk dieselmotor plaatsen in een motorhuis ongeveer 3 meter van de molen vandaan. Sindsdien was de molen dus niet meer afhankelijk van de wind.

In april 1923 schrijft molenaar Smit over zijn tevredenheid over zijn aangeschafte 20 pk motor:
Aan de HA-ES Motorenfabriek Drentsche Hoofdvaart Meppel
Ik kan niet nalaten U nog even over de 20 pk motor te schrijven, welke ik nu reeds 18 maanden in mijn gebruik heb en nog tot heden niet het minste malheur aan heb gehad. Ik werk met 16 der kunststenen en het hoofddoel malen is mais, rogge en gerst en kan met plezier 10 H.L. per uur goed fijn malen met een olieverbruik van ten hoogsten zes liter.
En dan wat de bediening betreft van de motor, die is zoo gemakkelijk dat die verre de verwachting overtreft. Ik kan dan ook niet nalaten zoowel over de motor als ook over de bediening van U mijn grootste tevredenheid verklaren.
Hoogachtend,
A Smit, molenaar te Pesse Pesse 21 april 1923


11-03-1926 Provinciale Drentsche en Asser Courant 
10 maart 1925
Door den hevigen storm werd hedenmorgen een wiek van den molen gerukt, toebehorenden aan den molenaar A. Smit Rzn. Ook liepen vele daken averij op.

De molen werd bij windstilte toen al bijgestaan door een 20pk Deutzmotor, die in een apart bijgebouwtje was geplaatst, ongeveer 3 m vanaf de molen. Rond 1927 was de molen al in sterk verval. De heer Roelof Smit, zoon van de laatste molenaar kon vertellen dat er met de molen nog jaren daarna machinaal gemalen is. In die tijd bevatte de molen silo's en andere apparatuur; as en binnenwerk zijn later verwijderd door een molenmaker uit Dalfsen.

Volgens aantekeningen in het kasboek werd het huis en de molen in januari 1927 nog verzekerd voor 39,75 gulden per maand onder polisnummer 7192. Het koren in de molen werd verzekerd voor 20,74 gulden onder polisnummer 7747.

06-11-1928 In een aantekening  vinden we het totaal verzekerde bedrag voor het huis, de molen en het koren dat in de molen lag opgeslagen; 

Met dezen bericht ondergetekenden u dat hij zijn korenmolen c36, verzekerd voor fl. 2700,- en het huis staande op ca 50 meter van sub1. c49 verzekerd voor fl. 2500,- en koren aanwezig in korenmolen c36 verzekerd voor fl.2000,- niet weer wenscht te verzekeren na de vervaldatum 31 december 1928, gelieve hiervan goede notie te nemen, Pesse, 6 november 1928

In 1930 verkocht Albert Smit alles aan Klaas de Groot. Na diens overlijden werd het molenbedrijf voortgezet door 2 zoons Jan en Albert. In deze tijd werd er overgeschakeld op elektriciteit en werd er gemalen met een hamermolen. Tevens werd er een bedrijfsloods tegen de molen geplaatst. Het binnenwerk en kap werden door een molenbouwer uit Dalfsen verwijderd. In de molen werden silo’s geplaatst voor de opslag van allerlei soorten graan
Om gezondheidsredenen beëindigen de gebroeders de Groot eind jaren tachtig de malerij en heeft de molen zijn functie als zodanig verloren.
Het bouwwerk raakt daarna langzamerhand in verval, en vogels nemen hun intrek in de molenromp

N.a.v. een bericht in de Molenwereld hebben Jaap Hoogwerff en ik de molen bezocht.
Ik ben wel in voor een privé-molenproject. Helaas hebben we moeten constateren dat het achtkant als verloren moet worden beschouwd. Minstens 4 van de achtkanstijlen zijn grotendeels verteerd. Dit geldt ook voor grote delen van de legeringsbalken en veldkruizen. Het hout dat niet al verteerd is, zit onder de molm. De molen had ca. 10 jaar geleden geconserveerd moeten worden. Redding van dit achtkant is duurder dan nieuwbouw.
Frank Klören 15 nov. 2005.

Bronnen:
- Stellingnieuws, 54 mei 2007.
- Molenwereld 2007 7/8.
Jerry Vondeling
Tekst ontleend aan Jim van Opijn

Volgens de boekhouding van zeilmakerij Wouda te Meppel werden er voor deze molen zeilen gehuurd van de periode 1874 tot 1926. Er werden zeilen gehuurd voor een molen met een vlucht van 75 voet.

Waarschijnlijk is hier in Drenthe gebruik gemaakt van de Amsterdamse voet, deze is ruim 28 cm. andere maten zijn de Utrechtse stadsvoet (26,8 cm). De Friesche koningsvoet(32,6 cm), de latere Friese of Deventer houtvoet (29,5 cm)

Er werden geen zeilen gehuurd in 1911 en '12

nog waarneembaar

Op het erf lagen nog 2 molenstenen. Waar die gebleven zijn is ons niet bekend.